OM wil boeren in de cel om mestfraude
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft tegen twee Friese boeren een jaar gevangenisstraf geëist, waarvan vier maanden voorwaardelijk, wegens mestfraude. Een boer die bij de frauduleuze praktijken bemiddelde hoorde een werkstraf van 240 uur tegen zich eisen, naast een voorwaardelijke celstraf van zes maanden. Daarnaast wil het OM de verdachten voor ruim een ton plukken en eiste het boetes tot 50.000 euro, waarvan de helft voorwaardelijk. Volgens het OM laat de zaak „een tipje van de grote frauderende mestbult zien die we in Nederland hebben”.
De bemiddelaar zou tientallen Friese boeren hebben gefaciliteerd om te frauderen. Hij was de spin in het web, aldus het OM, maar heeft opening van zaken gegeven, waarmee hij zichzelf heeft belast. Justitie heeft daarom geen onvoorwaardelijke celstraf tegen hem geëist. Tegen een derde boer eiste het OM tien maanden cel, waarvan vier maanden voorwaardelijk.
De verdachten zouden op verschillende manieren hebben gefraudeerd. Daarbij werd onder meer veel te veel mest uitgereden over bepaalde stukken land, wat schadelijk is voor het milieu. Uit het onderzoek naar de fraude zijn nog meer zaken voortgekomen.
Justitie tilt zwaar aan mestfraude en beschouwt het als „een groot maatschappelijk probleem” en „ondermijnend gedrag.” Het opsporen van deze vorm van fraude is volgens het OM gecompliceerd. Het is „een gesloten systeem waarbij mensen hun mond houden.” De officier van justitie hekelde het feit dat de terechtstaande boeren geen verantwoordelijkheid hebben genomen.
De rechtbank doet uitspraak op 19 april.