Eerbetoon aan Spakenburgse dracht
Een Spakenburgse klederdrachtdraagster trok ooit veel bekijks op Schiphol. Met ”De pracht van onze klederdracht” brengen Bort Zwaan (76) en Jeffrey van den Dikkenberg (21) een eerbetoon aan de laatste 130 vrouwen die de dracht dagelijks dragen.
Zo’n zeventig Spakenburgse vrouwen haalden woensdag letterlijk alles uit de kast om zo chic mogelijk in klederdracht te verschijnen in woon- en zorgcentrum De Haven, waar de boekpresentatie van ”De pracht van onze klederdracht” plaatsvond. De oudste Spakenburgse die de klederdracht nog draagt, Willemijntje Vermeer-Koelewijn (1918), woont hier.
Zwaan, die als ambtenaar culturele zaken op het gemeentehuis werkte, is een groot kenner van klederdracht. Hij weet dat het een tijdrovende klus is de kleding aan te trekken. Veel vrouwen op leeftijd kunnen dat door lichamelijke gebreken niet meer. Zij gaan om die reden ”in burger”. „Mijn vrouw Hilletje is zo een uur zoet met het strijken van een ondermuts”, zegt Zwaan. „Het opstrijken van het haar, het maken van de kuif, de kraplappen (de gesteven schouderkleppen, SvdG) stijven en strijken, het kost allemaal veel tijd.”
In 1980 droegen 1050 vrouwen in de gemeente Bunschoten de traditionele kleding. In 2005 waren dat er 400 en vandaag de dag zijn het er minder dan 130. Bij het ter perse gaan van het boek was een vrouw in dracht die in het boek staat, overleden.
De kans is groot dat de klederdracht over een jaar of twintig uit het Spakenburgse straatbeeld is verdwenen en alleen nog wordt aangetrokken vanuit folkloristisch oogpunt op de Spakenburgse Dagen of op de lokale visserijdag.
Dat de klederdracht een museumstuk lijkt te worden, was niet de reden om een boek te produceren. Amateurfotograaf Jeffrey van den Dikkenberg kocht in 2016 een spiegelreflexcamera en wandelde het dorp in om iets te fotograferen. Op dat moment kwam er een vrouw in klederdracht langs de haven fietsen. Na deze foto vereeuwigde de fotograaf vele vrouwen in dracht.
Van den Dikkenberg wilde van de foto’s een kalender of een fotoboek maken. Hij haalde de historische kennis van Zwaan erbij en zo werd het boek een „encyclopedie voor de jeugd.” De auteur en de fotograaf leggen in het boek bijvoorbeeld in tekst en beeld tot in detail uit hoe je de dracht aantrekt en hoe met stijfsel, glansspray en strijkbouten de kledingstukken worden gesteven.
Bruiloft
Zwaan neemt de lezer mee de geschiedenis in. Welke sieraden dragen de vrouwen bij de dracht? Hoe ziet de zondagse klederdracht eruit en wat droegen de vrouwen vroeger op een bruiloft of begrafenis? Welke typen rouwkleding zijn er allemaal?
Het eerbetoon aan de laatste vrouwen in dracht bracht Van den Dikkenberg op de markt, waar Grietje Veldhuizen-Duijst (1933) nog steeds koek en brood verkoopt, en bij Elbertje van Diermen-Beukers (1942), eigenares van ’t Handwerkhuis. Als ambassadrice van de dracht gaf zij jaren geleden een klederdrachtcursus aan jonge vrouwen om de kennis door te geven. Meerdere jonge vrouwen naaiden toen hun eigen kostuum.
Het klederdrachtkostuum trekt veel bekijks buiten de dorpsgrenzen. Vrouwen in dracht worden soms bekeken alsof ze van een andere planeet komen. Hilletje Blokhuis-Beekhuis zag eens alle blikken op zich gericht toen ze op het vliegtuig stapte. Maar toen ze met haar man door India reisde, viel ze daar juist niet op tussen de authentieke Indiase kleding.