Eeuwenoud scheepswrak gevonden bij Wadden
Een archeologisch geluk bij een ongeluk: bij het bergen van de zeecontainers die tijdens de jaarwisseling overboord sloegen bij de Waddeneilanden, is het wrak van een schip uit de eerste helft van de zestiende eeuw gevonden. Het gaat om het oudste zeevarende schip dat ooit in Nederlandse wateren is aangetroffen, aldus het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Maritiem archeoloog Martijn Manders van de Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE) schat dat het een schip van zo’n 30 meter lang was, met een ruim van minimaal 7 meter breed.
Het is één van de eerste voorbeelden van een nieuwe Nederlandse bouwmethode voor grotere schepen. Deze maakten onze positie op zee en in de handel veel gewichtiger. De planken werden niet meer dakpansgewijs aan elkaar gemaakt, maar met de zijkanten op elkaar gezet, oftewel ‘gladboordig’.
Tijdens een storm sloegen op 1 januari ruim 340 zeecontainers overboord. De bergers deden vervolgens deze „spectaculaire ontdekking”, zoals minister Ingrid van Engelshoven (Cultuur) de vondst omschrijft. „Ik ben heel nieuwsgierig naar welke informatie nog meer boven water gaat komen. Dat is ook het mooie van archeologie: het prikkelt je nieuwsgierigheid en voorstellingsvermogen.” De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed gaat het wrak zo snel mogelijk verder onderzoeken met duikers.
Een grijper van de bergers, die aanvankelijk dachten dat het op de onduidelijke beelden weer om een container ging, bracht wat hout en koperen platen aan wal. Die vondsten zijn naar het depot van de Rijksdienst gebracht. Sommige koperplaten hebben een diameter van wel 1.20 meter, aldus Manders, en zijn 0,5 centimeter dik.
De platen vertonen merktekens van de familie Fugger. Die familie van ‘koperbaronnen’, uit het zuidwesten van het huidige Duitsland, bezat een aantal kopermijnen in de zestiende eeuw, bemachtigde een monopolie en werd schatrijk. De familie was niet erg getapt in de Hanzesteden en daarom weken de Fuggers uit naar Nederlanders die schepen ter beschikking konden stellen.
Hout uit het wrak is onderzocht. Gebleken is dat het rond 1536 in België en Duitsland is gekapt en dat het schip enkele jaren later vermoedelijk in Nederland is gebouwd. De koperplaten, vierkante en ronde, stammen uit ongeveer dezelfde periode.