Onlinecursus biedt lessen uit dialoog met jodendom
Internetproject ”De Uitdaging” wil lessen leren uit de dialoog tussen christenen en joden. Het gaat daarbij de confrontatie over de woorden „onopgeefbaar verbonden” uit de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) niet uit de weg.
De Weesper predikant ds. D. Pruiksma is bedenker van en verantwoordelijke voor het project. Tot zijn emeritaat in 2014 was ds. Pruiksma secretaris van de International Council of Christians and Jews (ICCJ), de internationale raad voor christenen en joden. Daarna wilde hij zijn opgedane kennis en ervaring doorgeven. Dat gebeurt door middel van de internetcursus De Uitdaging, sinds kort in de Protestantse Kerk in gebruik.
Het hart van de cursus vormen tien stellingen over de dialoog tussen christenen en joden. De vier onderdelen van het project, waarin de tien stellingen naar voren komen, eindigen met voorstellen voor een geloofsgesprek.
De cursus bevat video’s met onder anderen dr. A. Houtman, hoogleraar judaïstiek aan de Protestantse Theologische Universiteit, dr. R. de Reuver, scriba van de Protestantse Kerk, en ds. J. Offringa, verbonden aan de protestantse predikantenbeweging Op Goed Gerucht.
Op welke manier kunnen belangstellenden de cursus volgen?
Ds. Pruiksma: „De Uitdaging is als een gereedschapskist waaruit mensen kunnen halen wat ze zelf willen. De cursus is bijvoorbeeld prima geschikt voor commissies Kerk en Israël. Als men de hele cursus volgt, kost dat naar schatting twee seizoenen. Met vier avonden krijg je al een goede indruk. Ik geef een cursusavond in Huizen. Anderen hebben dat al in bijvoorbeeld Middelburg, ’t Harde en Zuidwolde gedaan.”
Wat vindt u van de zinsnede dat christendom en jodendom „onopgeefbaar verbonden” zijn , zoals er in de kerkorde van de Protestantse Kerk staat?
„Het hedendaagse jodendom en christendom zijn aan elkaar verbonden. Ze hebben dezelfde oorsprong, delen met elkaar een boek en putten daar hoop uit. Dat betekent dat joden en christenen een erfenis delen. Christenen moeten dan ook de dialoog met joden aangaan.”
Gaat u die dialoog ook aan met ds. Offringa, die deze zinsnede uit de kerkorde wil hebben?
„Dat gebeurt in de video waarin ds. Offringa ruimschoots aan het woord komt. Bovendien voerde ik met hem een persoonlijke mailwisseling. Ik ben het niet eens met zijn standpunt dat de woorden ”onopgeefbaar verbonden” uit de kerkorde moeten, maar ik constateer wel dat hij zinnige vragen stelt. Doordat we verschillende opvattingen over de Bijbel hebben, wordt de discussie spannend. We moeten goede antwoorden geven.
Later dit jaar verschijnt er een digitale toolkit ”Kerkbreed gesprek”, waarin wordt uitgelegd waarom de woorden ”onopgeefbaar verbonden” in de kerkorde staan. Daarin komen zeven thema’s aan de orde, onder meer over de Bijbel, openbaring en schuld.”
Hoe ziet de dialoog met joden eruit?
„Christenen en joden wendden zich al spoedig na het ontstaan van de christelijke kerk van elkaar af. Door een groeiende niet-Joodse meerderheid van Jezus’ volgelingen werd niet meer getolereerd dat de Joodse volgelingen van Jezus hun joodse levenspraktijk bleven houden. Dit was vaak niet eens vanwege theologische overwegingen maar om politiek-maatschappelijke redenen. Jezus en Paulus beschouwden hun Jood-zijn als volkomen vanzelfsprekend. Zo moeten we onze joodse gesprekspartners tegemoet treden en het jodendom erkentelijk zijn. In de dialoog met het jodendom kunnen christenen de bronnen van hun geloof op een nieuwe manier lezen.”
Wat betekent die dialoog voor joden?
„Laten wij eerst maar eens beginnen met hen te aanvaarden. Dat betekent dat we in de huidige fase van de geschiedenis –na de Holocaust– niet moeten spreken over het aannemen van Jezus. Jezus Christus staat centraal voor christenen, maar we moeten niet proberen joden tot het christendom te bekeren. Het gaat om liefde en een open houding.”
Toch zegt de Bijbel dat er onder de hemel geen andere Naam onder de mensen is gegeven door Wie wij moeten zalig worden, dan door de Naam van Jezus Christus.
„Paulus schrijft in Romeinen 11 dat geheel Israël zal zalig worden, maar hij schrijft er niet bij dat het gebeurt door het geloof in Christus. Hij wilde van joden geen christenen maken. Ik weet dus niet of deze tekst ook voor hen geldt.”