„Medeverdachte zaak-Humeyra wist van niets”
De medeverdachte in de strafzaak rond de moord op de Rotterdamse scholiere Humeyra (16), Mohammed al-M., zegt niets te hebben geweten van de plannen van Bekir E. (31). Die schoot op 18 december het meisje dood in de fietsenstalling van haar school, het Designcollege in Rotterdam-West. Het verhaal over een voorgenomen ontvoering van het meisje is door E. verzonnen, zei Al-M. (25) dinsdag tijdens een eerste, inleidende zitting in de zaak. Hij is boos dat hij als verdachte in de zaak vastzit.
Volgens het Openbaar Ministerie (OM) klopt er niets van het verhaal van Al-M. en wist hij wel degelijk dat er iets stond te gebeuren op de bewuste dag. Al-M. zat bij E. in de auto, terwijl er rondjes werden gereden bij de school. Ook hebben de mannen een getuige aangesproken met de vraag hoe laat de school uit was en de leerlingen naar buiten zouden komen. Uit camerabeelden direct na de moord zou eveneens blijken dat Al-M. als directe handlanger van E. moet worden beschouwd. De rechtbank bepaalde dat hij voorlopig blijft vastzitten.
Uit andere beelden blijkt onder meer dat E. bij de school achter Humeyra aan is gerend. Hij heeft verklaard dat hij heeft geschoten om haar tot stoppen te dwingen.
Volgens Al-M. heeft E. het ontvoeringsverhaal verzonnen om te voorkomen dat hij voor moord wordt veroordeeld. Het verhaal zou dan zijn dat de poging tot ontvoering uit de hand zou zijn gelopen en dat E. daarom is gaan schieten. Bekir E. zelf zei in de rechtszaal tegen Al-M.: „Jij hebt er niks mee te maken.” Eerder zou hij beduidend anders hebben verklaard en Al-M. hebben belast. E. zal als getuige in de zaak tegen Al-M. worden gehoord, op diens verzoek.
E. wordt op 6 mei geplaatst in het Pieter Baan Centrum, voor een gedragskundige observatie van zes weken. Op 17 juni is er een volgende tussentijdse zitting. Het onderzoek van politie en justitie is bijna afgerond. De zaak zou kort na de zomer inhoudelijk behandeld moeten kunnen worden, verwacht het OM.