Binnenland

Kampen zoekt drie jaar naar plek voor de IJsselkogge

Het middeleeuwse wrak dat in 2016 uit de IJssel bij Kampen werd gehaald is over zes jaar klaar om te worden tentoongesteld. Burgemeester Koelewijn wil binnen drie jaar een besluit over een museum voor de kogge.

Michiel Satink
28 March 2019 15:22Gewijzigd op 16 November 2020 15:38
Drie keer in de week wordt de IJsselkogge besproeid. Na drie jaar impregneren moet het schip nog drie jaar drogen. beeld Erfgoedpark Batavialand
Drie keer in de week wordt de IJsselkogge besproeid. Na drie jaar impregneren moet het schip nog drie jaar drogen. beeld Erfgoedpark Batavialand

Op het dressoir in de burgemeesterskamer in het gemeentehuis van Kampen ligt een verdroogd stuk hout. „Dit is een deel van de kogge”, zegt burgemeester Bort Koelewijn. Als hij het optilt, vallen er stukjes op de vloer. „Dit is ter herinnering dat hout snel vergaat.”

Het laatmiddeleeuwse wrak werd bij metingen voorafgaand aan baggerwerkzaamheden in de IJssel ontdekt. Na de spectaculaire berging in 2016 begon in januari dit jaar pas de conservering in Lelystad. Het project liep onder meer een jaar vertraging op doordat het dak van de tijdelijke loods tot twee keer toe bij een storm instortte.

Het conserveren gaat zes jaar duren, maar de burgemeester wil over drie jaar al duidelijkheid van de raad. Zeker is dat de IJsselkogge teruggaat naar Kampen, zegt Koelewijn. „De gemeenteraad heeft al ongeveer 5 ton beschikbaar gesteld voor de terugvaloptie.”

Die optie bestaat uit een glazen vitrine waarin het schip kan worden geëxposeerd. Maar liever ziet de burgervader het schip in een nieuw museum terug. Waar en in welke vorm, moet over drie jaar bekend zijn, nog voor de nieuwe raadsverkiezingen in 2022.

Impregneren

Laura Koehler is projectleider conservering IJsselkogge bij Batavialand in Lelystad. Zij en een collega zijn de komende jaren de enigen die het wrak van dichtbij zien. „Maar dan wel in afgesloten pakken met beademingsapparatuur”, zegt ze.

Het schip wordt in een loods met polyethyleenglycol (PEG) geïmpregneerd. Deze wasachtige substantie moet de plaats innemen van het water in de houtcellen. „Drie keer in de week besproeien we het schip. Dat gaat met een installatie vergelijkbaar met een verfspuit waarmee je wanden verft.”

Alleen al het besproeien kost drie jaar. Daarna moet het schip nog drie jaar drogen. De kogge kan na deze behandeling „onder museumcondities” prima bewaard blijven.

Behalve het wrak zelf worden ook 400 losse onderdelen geïmpregneerd. Daar zitten onderdelen tussen die ook weer in het wrak kunnen worden aangebracht. „Zo kun je de voorsteven wellicht terugplaatsen. Er zitten ook onderdelen tussen die zijn verwijderd om bij de berging het schip lichter te maken.”

In Kampen zijn diverse locaties in de race voor dit museum, dat jaarlijks tienduizenden bezoekers naar de stad moet trekken.

Een ervan is de Koggewerf, ten noorden van de binnenstad. In de haven daar ligt al een replica van een iets kleinere kogge. Maar in de beperkte ruimte die daar over is, komt mogelijk horeca. „Zijn er geen marktpartijen voor, dan is dat een mooi moment voor herbezinning, zegt Koelewijn.

Ook wordt er nadrukkelijk gedacht aan een koppeling met het Stedelijk Museum Kampen, dat mogelijk in de toekomst op eigen benen komt te staan. Voor het onderbrengen van de kogge zou dan 7,6 miljoen euro beschikbaar moeten komen, berekende een onderzoeksbureau.

Een andere optie is om het schip op een ponton in de IJssel te exposeren. Zelfs het bijzondere idee van de inwoner om het schip in een van de kerken in de stad te takelen, is nog niet van tafel. „Al gaat dat gepaard met te veel sloopwerk”, zegt Koelewijn.

In juni 2016 belegde de gemeente een avond waarin burgers hun ideeën konden inbrengen.

Ernst Hupkes, productontwerper en beheerder van een geschiedenissite over Kampen, was een van de burgers die een plan indienden. Zijn voorstel is om de IJsselkogge onder een glazen overkapping op de binnenplaats van de hbs te plaatsen, vergelijkbaar met die van het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.

Rijksmonument

„De hbs is een rijksmonument en is in bezit van de gemeente. Het is goedkoper dan nieuwbouw”, zegt Hupkes. Nadat hij in 2016 zijn plan presenteerde, heeft hij niet veel meer teruggehoord. Het pand uit 1882 staat te koop.

Volgens burgemeester Koelewijn is de gemeente in onderhandeling met een zorginstelling.

Hupkes vreest dat de gemeente het hele project onderschat. Dat er nog altijd gedacht wordt om het wrak op een ponton in de IJssel te plaatsen, doet hem huiveren. „Bij golfslag stort zo’n fragiel schip in elkaar.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer