Beurzen lager door groeizorgen
De Europese beurzen stonden vrijdag in het rood. Tegenvallende Duitse industriecijfers en een onverwachte krimp van de Franse economische bedrijvigheid wakkerden de zorgen aan over de economische groei en joeg beleggers naar veilige havens zoals Duitse staatsobligaties. Verder bleef de blik gericht op de ontwikkelingen rond de brexit en de handelsbesprekingen tussen Washington en Peking.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 0,2 procent in de min op 549,08 punten. De MidKap zakte 0,7 procent tot 764,97 punten. De beurzen in Frankfurt en Parijs verloren tot 0,8 procent. De rente op tienjarige Duitse staatsleningen dook voor het eerst in meer dan twee jaar tijd onder de 0 procent. Een dalende rente wijst op een stijgende waarde en een toenemende vraag naar obligaties.
Londen leverde 1 procent in. De Europese Unie is bereid de brexit uit te stellen tot 22 mei op voorwaarde dat het Britse Lagerhuis het vertrekakkoord volgende week goedkeurt. Stemt het Britse parlement opnieuw tegen, dan kan uitstel worden verleend tot 12 april.
In de AEX stond uitzender Randstad onderaan met een verlies van ruim 3 procent. Grootste stijger was chemicaliëndistributeur IMCD met een winst van 0,9 procent. Roestvrijstaalmaker Aperam sloot de rij in de MidKap met een min van 4 procent. Chipbedrijf Besi leidde de kopgroep met een plus van 2 procent.
Op de lokale markt zakte Stern Groep 5,7 procent. Het autobedrijf boekte afgelopen jaar minder omzet en winst. Beter Bed verloor 2 procent. Volgens persbureau Bloomberg werd er een opvallend groot pakket aandelen van de beddenverkoper verhandeld.
Deutsche Bank daalde 0,3 procent in Frankfurt. Uit het jaarverslag bleek dat de topbestuurders van de grootste bank van Duitsland voor het eerst in vier jaar tijd een bonus hebben gekregen. Deutsche Bank staat momenteel in de schijnwerpers vanwege een mogelijke fusie met Commerzbank. In Stockholm verloor Swedbank 0,9 procent. De leiding van de Zweedse bank heeft besloten om diepgravender onderzoek te doen naar mogelijke witwaspraktijken.
De euro was 1,1304 dollar waard, tegen 1,1354 dollar een dag eerder. De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 1 procent tot 59,36 dollar. Brent kostte 1,1 procent minder op 67,11 dollar per vat.