Minder vakantiewerkers bij middelgrote firma’s
Kleine en middelgrote bedrijven huren deze zomer ongeveer 240.000 vakantiewerkers in. Dat is 17 procent minder dan vorig jaar. Tegen de trend in stijgt de vraag naar zomerhulpen in de thuiszorg en bij verzorgingstehuizen sterk. Dat blijkt uit onderzoek onder bedrijven met minder dan honderd werknemers door ondernemersorganisatie MKB-Nederland.
In 2003 vonden 290.000 scholieren en studenten een tijdelijk zomerbaantje, een afname van 19 procent vergeleken met 2002. Volgens coördinator sociaal beleid A. van Delft van MKB-Nederland is vakantiewerk zeer afhankelijk van de sterkte van de economie. De vertraging van de afname van vakantiekrachten stemt hem daarom voorzichtig positief over het economisch herstel.
Vakantiewerkers komen dit jaar niet alleen moeilijker aan de bak, zij werken ook minder lang. In 2002 waren de hulpen gemiddeld 5,9 weken aan de slag. Deze zomer jaar daalt dat tot 5,6 weken.
Vooral in de zakelijke dienstverlening en de detailhandel is de vraag de laatste twee jaar sterk afgenomen met dalingen van respectievelijk 42.000 en 39.000 zomerhulpen. In deze sectoren nam de werkloosheid de afgelopen jaren ook aanzienlijk toe.
In de thuiszorg en bij verzorgingstehuizen gingen echter 19.000 vakantiekrachten meer werken. Volgens Van Delft is dat te danken aan het geld dat de overheid in de sector heeft gepompt om achterstanden weg te werken. Het extra werk dat dit heeft opgeleverd loopt in de zomer door.
Van de vakantiekrachten werkt 27 procent in de horeca, recreatie en het toerisme, 24 procent in de detailhandel en 23 procent in de thuiszorg en in verzorgingstehuizen. In de zomermaanden nemen zij iets minder dan eentiende van het werk in kleine en middelgrote bedrijven op zich.