Hulp voor armlastigen blijft uit
Vele honderden mensen in Amsterdam verkeren in grote problemen omdat hulp van de gemeente bij het wegwerken van hun financiële schulden uitblijft.
Dat stelt de fractie van de PvdA, die hierover dinsdag de noodklok heeft geluid. Volgens woordvoerder A. Verburg moeten armlastigen in stadsdelen als De Baarsjes, Bos en Lommer, Slotervaart en Westerpark negen tot elf maanden wachten voordat ze worden geholpen.
„Als deze mensen niet worden geholpen, komen ze binnen afzienbare tijd op straat te staan”, aldus woordvoerder A. Verburg. Het gaat om huishoudens die zo veel schulden hebben, dat ze er zelf geen oplossing meer voor kunnen vinden. Juist in Amsterdam-West doen veel mensen een beroep op schuldhulpverlening.
Uit een onderzoek van de Nederlandse Vereniging van Volkskrediet (NVVK) van vorig jaar bleek dat de wachtlijsten in Nederland gemiddeld vier maanden bedragen, met uitschieters tot zes maanden. Gemiddeld staan op elke wachtlijst ongeveer honderd aanvragers.
„Voorzover ik weet kennen ook de andere grote steden niet zulke lange wachtlijsten als in Amsterdam”, zegt voorzitter H. Dilg van de NVVK. „Het is ernstig voor de mensen zelf, omdat je niet weet wat ze gaan doen als ze zwaar in de schulden zitten. En er is het risico dat ze met malafide schuldhulpbureaus in zee gaan als ze zo lang moeten wachten.”
Hij zegt wel dat het een arbeidsintensief en duur proces is om gezinnen te helpen. „Alleen het in gang zetten van een traject kost al 1000 euro.”
Vorig jaar was er in Amsterdam een flinke toename van het aantal mensen dat een beroep deed op de schuldhulpverlening. In oktober 2003 besloot toenmalig wethouder Oudkerk van Sociale Zaken 1200 extra huishoudens te helpen. Tot nu toe is er van deze groep nog niemand geholpen.
Volgens een woordvoerder van huidig wethouder Aboutaleb betreft het zo’n grote groep, dat de gemeente dit openbaar moet aanbesteden. „Daar gelden veel regels voor en dat willen we zorgvuldig doen. Op de markt zijn veel malafide aanbieders actief.”
De PvdA vindt dat de hulp slecht wordt verdeeld: elk van de veertien stadsdelen krijgt evenveel. „De extra hulp moet terechtkomen waar de problemen het grootst zijn, dus waar de wachtlijsten het langst zijn”, aldus Verburg.