Het verplichte inburgeringsexamen voor migranten krijgt vorm. Het ministerie heeft dinsdag het wetsvoorstel gepubliceerd dat de regels en eisen voor deze toets vastlegt. De toekomstige migranten moeten vooral zelf de benodigde kennis over de Nederlandse taal en samenleving vergaren en de geschatte 350 euro examenkosten opbrengen, blijkt uit het voorstel van minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie.

De opzet van de wet is dat vreemdelingen die bijvoorbeeld met iemand in Nederland een gezin willen vormen of zich willen herenigen met familieleden in Nederland, in het buitenland al beginnen met de inburgering. Studenten, au pairs en zij die tijdelijk in Nederland willen werken hoeven het examen niet af te leggen. Ook voor vreemdelingen uit de EU-lidstaten, Zwitserland, de Verenigde Staten, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Japan zijn evenals bijvoorbeeld Antillianen die naar Nederland willen komen, geldt die plicht niet. Asielzoekers hoeven pas met de inburgering te starten wanneer ze in Nederland zijn.

De voorbereiding op de komst naar Nederland ligt grotendeels in handen van de migrant zelf. Het examen moet vervolgens in het eigen land op een Nederlandse ambassade of consulaat worden afgelegd.