Het gaat om het zogeheten viraal haermorrhagisch syndroom (VHS). Het virus tast de longblaasjes van de knaagdieren aan en laat die uiteindelijk springen. Enige tijd geleden al liet minister Veerman (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) per brief aan de Tweede Kamer weten dat het konijn daardoor al weg is uit veel plaatsen waar het voorheen talrijk aanwezig was.

Maandag werd bekend dat Veerman eraan twijfelt of de konijnenjacht in het komende jachtseizoen wel in volle hevigheid kan doorgaan. Hij heeft het zogeheten Faunafonds gevraagd te adviseren over de noodzakelijkheid van eventuele beperking van de jacht. Normaal gesproken mag er van 15 augustus tot het eind van het jaar op de dieren worden gejaagd.

In een brief aan minister Veerman pleitte de organisatie Duinbehoud vorige week al voor een voorlopig jachtverbod om het herstel van de Nederlandse konijnenpopulatie te bevorderen. De konijnen zijn volgens de stichting „onmisbaar” voor de instandhouding van de duinnatuur. „Helaas kunnen de huidige aantallen van het konijn deze taak nauwelijks nog aan.” Overigens staat de adviesvraag aan het Faunafonds niet in direct verband met de brief van Duinbehoud, benadrukt een woordvoerder van het ministerie van Landbouw.

Met name in de duinen in het westen van het land en rond het Gronings-Friese Lauwersmeer zijn de konijnen al „vrijwel uitgestorven”, zo bleek uit de eerdere brief van minister Veerman aan de Kamer.

In het jachtseizoen mag onder meer op konijnen gejaagd worden. Los daarvan worden soms jachtvergunningen gegeven wanneer konijnen voor schade aan bijvoorbeeld landbouwgewassen zorgen.