Kostenbesparing in ouderenzorg
De toename van de thuiszorg voor ouderen heeft gezorgd voor een forse kostenbesparing voor de overheid. Voor de senioren zelf blijken de financiële lasten ongeveer gelijk te zijn.
Dat blijkt uit onderzoek van de Stichting voor Economisch Onderzoek (SEO) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in opdracht van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ).
Het aantal bewoners van verzorgingstehuizen blijkt in de jaren 1998-2002 met 11 procent te zijn gedaald dankzij het gevoerde beleid om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Daar staat een stijging van 5 procent als gevolg van de vergrijzing van de samenleving tegenover. Het aantal thuiszorggebruikers steeg met 14 procent als gevolg van het beleid en met nog eens 4 procent door de vergrijzing.
In de praktijk blijken extramuraal (thuis) wonenden minder gebruik te maken van zorg en hulpmiddelen dan intramuraal (in een tehuis) wonenden. De onderzoekers werpen de vraag op of dit wordt veroorzaakt door een te geringe beschikbaarheid van de zorg (wachtlijsten) en doordat het te ingewikkeld is om de nodige zorg aan te vragen, of doordat binnen een tehuis sneller zorg en hulpmiddelen worden toegepast omdat die binnen handbereik zijn.
Alarmering en signaleringshulpmiddelen worden door 16 procent van de enigszins gehandicapte en 32 procent van de ernstig gehandicapte ouderen gebruikt. De tendens om ouderen langer zelfstandig te laten wonen, blijkt niet verantwoordelijk te zijn voor de kostenstijging van de Regeling hulpmiddelen van het Rijk. De onderzoekers veronderstelden dat thuiswonenden meer hulpmiddelen zouden gebruiken dan bewoners van verzorgingstehuizen, maar dat blijkt juist niet het geval te zijn.