De aanpassing van de vergunning gebeurt op verzoek van de luchthaven en de gemeente Rotterdam. Zij hopen dat de ruimere openingstijden gunstig uitpakken voor de regionale economie en de werkgelegenheid.

De gemeente Rotterdam stemde vorig najaar al toe om Rotterdam Airport 1 uur langer open te houden, wegens de te verwachten economische impuls. De vliegtuigen kunnen met het ’uurtje erbij’ per dag drie keer, in plaats van twee keer heen en weer vliegen naar Europese en Noord–Afrikaanse bestemmingen.

Enkele luchtvaartmaatschappijen (Basiq Air, KLM Cityhopper) besloten al voor het besluit van de staatssecretaris hun vluchtprogramma van en naar Rotterdam uit te breiden. Dat leverde volgens de luchthaven vijfhonderd nieuwe banen op, waarvan er al vierhonderd zijn vervuld. Deze banen zijn door het groene licht van Schultz zeker gesteld.

Op termijn is het effect op de werkgelegenheid nog gunstiger, door extra toerisme en vestiging van nieuwe bedrijven in de regio. Volgens internationale onderzoeken van de European Regional Airlines Association en de Airport Council International levert de verruimde opening op termijn zelfs enkele duizenden banen op. Onderzoeksbureau Nyfer spreekt van 4000 extra arbeidsplaatsen in de komende tien tot vijftien jaar.

Om klachten te voorkomen, mogen er vanaf elf uur ’s avonds alleen nieuwe, geluidsarme toestellen landen. De verruiming valt geheel binnen de geldende geluidsregels. Volgens Rotterdam Airport valt het met de klachten over geluidsoverlast de laatste tijd al mee. Ondanks toename van het verkeer nam het aantal klachten af van ongeveer 15.000 enkele jaren geleden tot circa 3000 in het afgelopen jaar.

De luchthaven is ’s nachts (na twaalven) overigens ook beperkt geopend. Bij vertraging door grote drukte of slecht weer mogen de vliegtuigen bij uitzondering tot 01.00 uur binnenkomen. Dat kan ook gelden voor regeringsvluchten, humanitaire en medische vluchten.

Niet iedereen is blij met de verruimde openingstijden. Een aantal buurgemeenten liet vorig najaar protesten horen. Ook de provincie Zuid–Holland stemde tegen. Staatssecretaris Schultz verlangde dat er voldoende draagvlak in de regio aanwezig zou zijn, waarna Rotterdam overleg voerde met de omliggende (deel)gemeenten. De gemeente gaf ook prof. H. Schenk van de Universiteit Utrecht opdracht een second opinion uit te voeren naar de economische aspecten van de verruiming van het openingsregime.