Kerk verdwijnt uit het centrum en belandt naast de meubelboulevard
De kerk hoort in het midden van het dorp, van de stad, in het centrum van de samenleving. Maar Nederland verandert en dat gaat niet aan de kerk voorbij. De kerk schuift op naar de rand, buiten de bebouwde kom.
Theoloog Jacobine Gelderloos stelde vorige jaar bij haar promotie al vast dat er veel aandacht is voor de leefbaarheid van het platteland. Dan gaat het er over hoe scholen en winkels sluiten en uit de dorpen verdwijnen. Er is echter nog steeds weinig aandacht voor de vraag wat het voor een dorp betekent als de kerk verdwijnt uit haar midden, zei ze.
Hans Teerds (42) uit Ouderkerk aan de Amstel is architect en is als docent verbonden aan het Instituut voor architectuurgeschiedenis en theorie aan de technische universiteit in het Zwitserse Zürich. Hij kent de geschiedenis van de plaats van de kerk in de samenleving. „Als vroeger een dorp ontstond, kreeg de kerk een prominente plek. Religie was het centrum van het bestaan. Maar dat is in post-christelijk Nederland niet meer zo. In de nieuwe uitbreidingswijken zie je dat de kerk letterlijk een randverschijnsel is geworden. Er wordt niet automatisch meer ruimte gereserveerd voor een kerkgebouw. De voorspelling is dat er de komende veertig jaar een miljoen nieuwe woningen gebouwd moeten worden, maar ik denk dat in geen enkel bestemmingsplan nog een kerk voor komt. Als er al nieuwe kerken nodig zijn, komen ze aan de rand van de wijk terecht, op een industrieterrein, buiten de bebouwde kom. Heel symbolisch. Het verlangen naar een kerk in het centrum is een nostalgisch verlangen, want zo functioneert de samenleving niet meer.”
Dat kerken buiten de wijken terechtkomen, komt niet alleen door de secularisatie. Nederland is een netwerksamenleving geworden. Mensen zijn niet langer exclusief gericht op het centrum van de stad of van het dorp. „Het centrum wordt van minder betekenis. In Amerika is dat nog het zichtbaarst: daar staan hele centra leeg, terwijl aan de rand van de steden de voorzieningen floreren. In Nederland zijn we nog wel gehecht aan het historische karakter van een gezellig stadscentrum, maar ook bij ons zie je dat centra wel toeristen trekken, maar minder van betekenis zijn voor de bewoners. We moeten ook bedenken dat de voorzieningen steeds groter zijn geworden en moeilijker in historische structuren zijn in te passen. De kruidenierswinkel is een supermarkt geworden en naar de supermarkt gaan we met de auto. Voor al die auto’s is in de oude binnensteden en dorpscentra geen ruimte. Zo ontstaan aan de randen van de steden de meubelboulevards, de autoboulevards, de megawinkelcentra en tuincentra. De kerk verschuift mee.”
Hoe blijft de kerk zichtbaar in deze mobiele samenleving?
„De kerk kan twee dingen doen. Meegaan in deze ontwikkelingen en zorgen dat ze aan de rand van de stad zichtbaar en vruchtbaar is. De kerk van de gereformeerde gemeente in Barendrecht is daar een voorbeeld van. De kerk is gebouwd buiten de bebouwde kom, maar is vanaf de A29 goed zichtbaar. Het gebouw ziet eruit als kerk. Dat is zowel positief als negatief. Een kerkgebouw mag herkend worden als kerk, maar deze vorm suggereert wel dat de kerk nog midden in het dorp staat, zoals een halve eeuw geleden. Het gebouw is niet aangepast aan het snelwegleven. En het zou natuurlijk nog mooier zijn als zo’n kerk doordeweeks ook open is, voor een goed gesprek, om iets op te schrijven in een boek of om pastorale hulp te zoeken.”
Een kerk die midden in het alledaagse leven van kerkelijke of onkerkelijke mensen wil staan, kan beter kiezen voor kleine gemeenschappen, zegt Teerds. „Als je dicht bij de mensen wilt staan, kun je dat beter op een zo open mogelijke manier doen. Het gebouw waarin de gemeente samenkomt, moet er dan niet alleen voor de eigen gemeenschap zijn, maar ook voor de buurt, hoort niet alleen op zondag een paar uur open zijn, maar zou doordeweeks ook beschikbaar moeten te zijn voor de omwonenden. De kerk die geen drempels heeft, ruimt ook de drempel op voor de zondagse eredienst. Daar past geen groot gebouw met een hoge toren en een grote parkeerplaats bij.”
De kerkelijke gemeente die toch gedwongen wordt nieuw te bouwen op een industrieterrein, zou zich de vraag kunnen stellen wat de reden is dat er geen betere locatie voor haar beschikbaar is. „Is de gemeente soms te groot? Als het gebouw en de parkeerplaats zo groot moeten zijn, nemen de bezwaren van omwonenden alleen maar toe. En als er in dat gebouw dan ook nog eens zes dagen niets gebeurt, dan heeft de omgeving geen enkel voordeel bij zo’n pand. Kun je dus niet beter twee kleine gemeenten vormen, in twee wijken of twee buurten, die bijeenkomen in een buurthuis of die een leegstaand schoolgebouw of een gymzaal verbouwen tot kerk?”
Daar zijn veel gemeenten nog niet aan toe.
„Terwijl het wel een probleem is op de biblebelt. Het vormen van kleine gemeenschappen in de buurt hoeft niet ten koste te gaan van het Woord of van de oude waarheid. Het bevindelijk geloof is juist een bron van inspiratie, om de kerk te verbinden met mensen die worstelen met het leven, die lijden aan de druk van de maatschappij, die succes hebben en toch niet gelukkig zijn. Daar horen kleine gemeenschappen bij, waar mensen gemakkelijk naar binnen stappen.”
Als het kerkgebouw toch buiten de samenleving terechtkomt, is dat niet alleen een kwestie van vijandschap tegen religie.
„Het is te gemakkelijk om de samenleving daar de schuld van te geven. Er is weerstand tegen religie, dat is waar, maar dat wordt meestal opgeroepen door het gedrag van de gelovigen zelf. Daar moeten we niet verongelijkt over doen. We dienen eerst de hand in eigen boezem te steken. Bovendien is de algemene weerstand tegen religie niet de reden dat kerken weggestopt worden op een industrieterrein. Allereerst zijn er de kerken zelf die de weg van de minste weerstand kiezen. Ze hebben vaak niet de ambitie om tussen de mensen kerk te zijn. En ten tweede: omgekeerd hebben grote kerken de buurtbewoners vaak niets te bieden dan overlast van mensen en auto’s. Nogal logisch dat de buurt zich verzet.”
Nieuw-Beijerland
In 2009 nam de kerkenraad van de gereformeerde gemeente te Nieuw-Beijerland het besluit om de kerk uit te breiden dan wel nieuw te bouwen. Eerst werd overwogen om op dezelfde locatie aan de Middelstraat, in het centrum van het dorp, de kerk te vergroten. Scriba D. Don: „Maar dan waren we blijven zitten met een veredeld oud gebouw waar nog steeds te weinig zaal- en parkeerruimte was. Er is gekozen voor nieuwbouw. Dat zou ons onderhoud besparen en een nieuw gebouw is altijd duurzamer dan een oud gebouw.”
De plaatselijke overheid legde bij de vraag waar een nieuwe kerk gebouwd kon worden wel een pakket van eisen neer, wat betreft parkeerruimte, veiligheid en bereikbaarheid voor hulpdiensten. „De nieuwe kerk is buiten de bebouwde kom gebouwd, aan de Dorpsgaard. Daar was ruimte genoeg, ook voor een pastorie en een grote parkeerplaats. Want mensen komen bij regenachtig weer liever op rubberen banden dan op rubberen zolen naar de kerk. En de nieuwe locatie lag ook nog eens naast de begraafplaats. We zijn in Nieuw-Beijerland gewend om bij een begrafenis lopend naar het graf te gaan. Voor ouderen was die afstand vanuit het dorp vaak een bezwaar. Nu ligt het vlakbij elkaar, de kerk en het graf.”
Is een kerk buiten de bebouwde kom niet minder gezichtsbepalend dan binnen de bebouwde kom? Don: „Voorheen gingen de stammen vrolijk op in het dorp. Maar de mensen zien onze kerkgangers evengoed wel. Nu trekken we het dorp uit, en na de diensten trekken we het dorp weer in. De kerk blijft echt wel zichtbaar.”
De nieuwe kerk in Nieuw-Beijerland is inmiddels al aardig omringd door nieuwbouw, zegt Don. „Als dat zo doorgaat, komt de kerk toch weer binnen de bebouwde kom te liggen.”
Ochten
In 2014 nam de gereformeerde gemeente in Nederland te Ochten haar nieuwe Petrakerk in gebruik. De kerk staat in nieuwbouwwijk De Triangel.
Ouderling A. Schalk, voorzitter van de toenmalige bouwcommissie, erkent dat de kerk in het midden van de samenleving hoort te staan. „De kerk moet in het leven van elk mens het middelpunt zijn. Het is de plaats waar God tot ons komt. „Daar zal Ik tot u komen en zal u zegenen”, zegt de Heere tegen Mozes. Niemand kan buiten deze zegen. Dit zou in de samenleving tot uiting moeten komen door de kerk in het midden van de dorpskern te plaatsen en niet naar de rand te verdringen. Vroeger was het in de dorpen ook zichtbaar, de kerk stond in het midden. De mensen liepen op zondag naar de kerk.”
Nu staat de Petrakerk aan de rand. Was dat noodgedwongen? „De kerk staat aan de rand van het dorp, maar wel in de nieuwe wijk De Triangel. Vanuit het dorp is de afstand naar de kerk heel goed te lopen. Verbouw van het oude kerkgebouw was niet haalbaar. In die zin was dit dus noodgedwongen.”
Voordat De Triangel werd gerealiseerd, had de kerk er al een perceel grond gekocht. Daar is de kerk gebouwd, samen met de reformatorische basisschool. Schalk: „We zien nu dat de wijk verder wordt volgebouwd. Voor onze gezinnen is het aantrekkelijk om hier te komen wonen, met de kerk en de school op loopafstand.”
Deze locatie heeft zijn voordelen. „De kerk is goed bereikbaar, ook met de auto. We hebben op eigen terrein voldoende parkeerruimte en veroorzaken dus geen overlast. Het parkeerterrein wordt doordeweeks als schoolplein gebruikt. Ook het halen en brengen van kinderen vindt plaats op het kerkplein.”
Putten
De hersteld hervormde gemeente in Putten nam in december 2011 een nieuw kerkgebouw in gebruik. In de nieuwe kerk is ruimte voor zo’n 825 kerkgangers. De hersteld hervormde gemeente telt ongeveer 1100 leden en doopleden.
De kerk staat buiten de bebouwde kom, in de wijk Henslare, ten westen van het dorp. Dat is zo’n twee kilometer buiten de gemeentegrens. „Het bleek niet mogelijk om binnen de bebouwde kom een geschikte locatie te vinden voor een kerk van deze omvang, met bijbehorende vergaderruimten en parkeerruimte voor 240 auto’s, vertelt E. Muis. Als president-kerkvoogd was hij destijds nauw betrokken bij de aankoop van de locatie en de totstandkoming van de nieuwe kerk. „Onze gemeente is een streekgemeente. Dat betekent dat het geografische voedingsgebied van de gemeente erg uitgestrekt is zijn. Er komen heel wat leden uit omliggende plaatsen, zoals Voorthuizen, Ermelo, Harderwijk en Hierden. De huidige locatie buiten het dorp heeft voor de mensen uit de omliggende gemeenten alleen maar voordelen. Dit heeft als onvermijdelijk gevolg dat de leden die binnen het dorp wonen een paar kilometer moeten rijden, met de auto of met de fiets.”