Weginspecteur moet soms springen voor zijn leven
Het aantal verkeersboetes voor het negeren van een rood kruis op de snelweg stijgt. Het aantal verbalisanten ook. Regelmatig moet een weginspecteur van Rijkswaterstaat springen voor z’n leven als een automobilist toch een afgekruiste rijstrook pakt. De hufterigheid neemt toe. „Een rood kruis staat er nooit voor niets.”
De dag oogt grijs. Mistroostig ook. Een druilerige regen daalt neer op de regio Rijnmond. Rond vieren barst de avondspits in alle hevigheid los. Lange rijen auto’s vullen de ruit van Rotterdam. Iedereen lijkt tegelijk naar huis te willen.
Behendig koerst senior weginspecteur Jan van den Doel (47) van Rijkswaterstaat (RWS) zijn knalgele Isuzu 2.5 D-Max over het knooppunt Ridderkerk. Op de A15 richting Europoort stroopt het verkeer op. De buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) zet zijn oranje zwaailichten aan en passeert de file via de vluchtstrook. „Wij hebben ontheffing.”
De weginspecteur –achttien jaar in het vak– houdt een oogje in het zeil op de verkeersknooppunten rond Rotterdam. Dag en nacht. In ploegen. Rijkswaterstaat werkt landelijk met nachtdiensten. Op afroepbasis. In de Randstad niet meer. „Anders moeten ze ons hier non-stop uit bed bellen.”
Met telefoon, portofoon en tablet houdt Van den Doel contact met de Verkeerscentrale Rhoon. „Geen bijzonderheden.” Een dashcam achter de binnenspiegel legt ritten met sirene en zwaailicht vast. De toezichthouder geniet van z’n werk. „Mijn taak is het verkeer veilig en vlot te laten doorstromen”, legt hij achter het stuur van z’n pick-up uit.
Opsporing
Weginspecteurs zien onder andere toe op de naleving van het verbod om gebruik te maken van een rijstrook met een verlicht rood kruis. Met succes. Het aantal processen-verbaal stijgt snel. Van 677 in 2016 (het eerste volle jaar dat Rijkswaterstaat cijfers bijhoudt), tot 1096 een jaar later en 1653 in 2018.
De stijging van het aantal bekeuringen voor het negeren van een rood kruis is vooral te danken aan de toename van het aantal weginspecteurs met boa-bevoegdheid. Rijkswaterstaat houdt geen cijfers bij van alle verkeersovertredingen op afgekruiste rijstroken.
Het negeren van rode kruizen is al langer een probleem, zegt woordvoerder Marah Michel van Rijkswaterstaat. Een reeks maatregelen, ingevoerd vanaf 2014, moet bijdragen aan een oplossing. „We hebben bijna veertig borden langs de weg geplaatst met de tekst ”Bij rood kruis: rijstrook DICHT”.” Daarnaast zet Rijkswaterstaat in op voorlichting via media en campagnes.
Onveilig
De regen in Rotterdam druilt nog steeds. Het verkeer kruipt moeizaam over de A15. Aan de overkant, bij Shell-tankstation Portland, signaleert weginspecteur Van den Doel een foutgeparkeerde vrachtwagen in de berm. Rechtsomkeert. „Even een kijkje nemen.”
Eenmaal aangekomen blijkt de vogel gevlogen. Een kapotgereden berm met diepe blubbersporen herinnert aan de boosdoener. De parkeerplaats staat bomvol vrachtwagens. Negen van de tien voorzien van witte kentekenplaten. „Uit Oost-Europese landen. Daar hebben we de handen vol aan.” Pas nog rolde een zwaarbeschonken trucker uit z’n cabine.
Spoedtransport
Rijkswaterstaat zet rode kruizen in om spitsstroken af te sluiten, om ruimte te creëren bij onveilige verkeerssituaties of om bijvoorbeeld medische spoedtransporten snel door het verkeer te loodsen. Een verkeerscentrale kan met één druk op de knop een rijstrook ‘dichtgooien’.
„We kunnen lastig aangeven hoeveel kruizen we dagelijks precies plaatsen”, zegt woordvoerder Michel . „Iedere dag is weer anders.” Het aantal files bij spits- en plusstroken én het aantal incidenten varieert.
De redenen dat weggebruikers een rijverbod aan hun laars lappen lopen uiteen. Rijkswaterstaat onderscheidt twee groepen: mensen die het bewust doen om ander verkeer in te halen of mensen die zijn afgeleid, bijvoorbeeld door hun smartphone. „Bewust of onbewust, het levert altijd een gevaarlijke situatie op.”
De overtredingen zijn „zeer zorgelijk”, zegt Michel. „Mensen die rode kruisen negeren zorgen voor gevaarlijke situaties op de weg. Niet alleen voor onze weginspecteurs, maar ook voor ambulancepersoneel, politie, bergers, andere weggebruikers en zichzelf.”
Onduidelijk
Voor weggebruikers is echter niet altijd duidelijk waarom een wegvak is afgesloten. Vooral niet bij spitsstroken. Is dat een verklaring voor het feit dat zoveel rode kruizen worden genegeerd?
„Dat zou niet zo mogen zijn”, reageert de RWS-woordvoerder. „Het is wettelijk vastgelegd dat spitsstroken zijn aangelegd voor tijdelijk gebruik. Automobilisten dienen zich aan de sluiting te houden.” Rijkswaterstaat bouwt de komende jaren wel een deel van de spitsstroken om naar vaste rijstrook, zodat er minder spitsstroken overblijven.”
„Een rood kruis staat er nooit voor niets”, benadrukt weginspecteur Van den Doel. „Het kan zijn dat wij verderop nog bezig zijn. Of dat we net aan het inpakken zijn.” Hij benadrukt dat hij en zijn collega’s over een veilige werkplek willen beschikken. „Ik kom ’s avonds ook graag heelhuids thuis.”
Om verkeersovertreders aan te pakken, leidt Rijkswaterstaat sinds 2015 weginspecteurs op tot boa. Het aantal neemt nog steeds toe. Een boa kan voor twee verkeersovertredingen een bon uitschrijven: voor het negeren van een rood kruis én voor het zonder noodzaak stilstaan op de vluchtstrook. Binnenkort krijgen de boa’s op de weg extra bevoegdheden.
Aanrijding
Onverwacht alarm in Rotterdam: aanrijding op de aansluiting van de A15 naar A16 op de Ridderster. Vrachtwagen en twee personenauto’s. Boven de twee schuin omhooglopende rijstroken van de verbindingsweg –„de G-poot”– flitsen twee rode kruizen aan. Even later staat het verkeer muurvast.
Snel parkeert Van den Doel zijn voertuig dwars op de afrit naar de verbindingsweg. Oranje zwaailichten flitsen. Een zware vrachtwagencombinatie krult onverstoorbaar om de surveillancewagen heen in een poging de file te ontwijken. „Ongelooflijk”, moppert de boa.
De weginspecteur neemt contact op met de verkeerscentrale. „Cor met Jan. Kun jij rijstrook vier ter hoogte van 62,7 afkruisen?” Meteen gooit Cor de rijstrook naast de afrit naar de verbindingsweg dicht. Als bufferzone. Om het langsrazende verkeer op veilige afstand te houden.
Niet overbodig. Het aantal ernstige aanrijdingen van voertuigen van Rijkswaterstaat, onder meer bij een rood kruis, neemt toe: van acht (2016), naar twaalf (2017) tot achttien (2018). „Wij moeten soms springen voor ons leven”, vertelt Van den Doel.
Regelmatig rijdt een onoplettende automobilist een voertuig van een weginspecteur aan gort. „Het gevaarlijkste moment voor een weginspecteur is het in- en uitstappen”, legt Van den Doel uit. „Op die momenten kun je het verkeer even niet in de gaten houden.”
Achteruit
De boa pakt –in geel-oranje fluorescerende jas– een stapel wegpionnen en sluit daarmee de afrit af. „We zetten ons voertuig altijd op veilige afstand van een incident”, legt hij op de vluchtstrook uit. Een witte pijl op een led-bord, achterop de pick-up, dirigeert het verkeer de hoofdrijbaan op.
Op de verbindingsweg staat nu 2 kilometer file. Onbeweeglijk. Een automobilist bedenkt zich niet en rijdt z’n lichtgrijze Renault Megane achteruit op de snelweg. Van den Doel grijpt in en spreekt de bestuurder aan. „Wat ben je van plan? Dit kan je 380 euro boete kosten.” Narrig sluit de automobilist weer aan in de file.
Het verkeer langs de afrit naar de A15 blijft langsrazen. In de verte ziet Van den Doel een auto over de afgekruiste rijstrook rijden. Hij pakt zijn boekje. Een prent. De grijze Opel Corsa kan binnenkort een proces-verbaal op z’n deurmat tegemoet zien.
De weginspecteur noteert tijd, plaats en overtreding: 18.15 uur, A15 rechts, hectometerpaal 62,7, 200 meter over rijstrook met rood kruis. „Die staat”, zegt hij vastberaden. De overtreder krijgt een bon van 240 euro. Plus 9 euro administratiekosten.
In vijf minuten tijd volgen nog drie boetes. Grijze Peugeot (18.20 uur), wit Mercedes-bestelbusje (18.23 uur), donkere Audi (18.25 uur). „Die komen echt te dichtbij”, wijst Van den Doel. Hij neemt contact op met de verkeersleider. „Cor, kun je mij een fotootje sturen van de wegsituatie?” Enkele minuten later zit de afbeelding in z’n mailbox. „Die voeg ik toe aan het verbaal.”
Hufterigheid
De hufterigheid in het verkeer neemt toe, is de ervaring van Van den Doel. „Enkele jaren geleden moest ik op de vluchtstrook een oudere vrachtwagenchauffeur reanimeren. Om veilig te werken hebben we een rijstrook afgekruist. Een automobilist kwam langsrijden, draaide zijn raampje open en riep een lelijk scheldwoord.” Heftig, reageert de weginspecteur. „Zulke dingen vergeet je nooit meer.”
De aanrijding op de A16 lost onverwacht snel op. Van den Doel pakt z’n rood-witte kegels van de afrit en gooit ze achterin de pick-up. „De kruizen mogen er weer af”, meldt hij aan de meldkamer. Verkeersleider Cor reageert direct. „Oké, dan ruimen we ze op.”
Rijverbod niet altijd logisch
Het afkruisen van rijbanen op de snelweg is voor automobilisten niet altijd logisch, waardoor overtreding van het rijverbod op de loer ligt, zegt prof. dr. Karel Brookhuis, werkzaam aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en de TU Delft.
Rijkswaterstaat stelt rijverboden bij spitsstroken in op basis van berekeningen en inschattingen van bijvoorbeeld verkeersdrukte. „De gebruikte algoritmen voor het instellen van een rood kruis zijn niet altijd goed”, verklaart de hoogleraar verkeerspsychologie.
Het lastige is bovendien dat Rijkswaterstaat de rode kruizen op matrixborden toepast bij spitsstroken én bij gevaarlijke verkeerssituaties. De wegbeheerder kan daarin geen onderscheid maken. „Daar is van tevoren niet over nagedacht.”
Een oplossing zou kunnen zijn om bij gevaarlijke situaties een pictogram toe te voegen van bijvoorbeeld een op de kop liggende auto. De verkeerspycholoog is daar echter geen voorstander van. „Dat werkt overtreding in andere gevallen in de hand.”
Veel problemen met rode kruizen worden veroorzaakt doordat automobilisten op de automatische piloot rijden, zegt Brookhuis. Of een verbod bewust negeren. Beide situaties zijn gevaarlijk. „In honderd gevallen is er bij een rijverbod niets aan de hand, maar net die ene keer kan er een stilstaande vrachtwagen op de rijbaan staan.”
Weggebruikers reageren vaak vanuit hun eigen argumentatie: Ik heb haast, dus ik kan wel even een afgekruist wegvak nemen. Meer boetes uitschrijven helpt in 95 procent van de gevallen. Maar niet altijd. „Er zijn automobilisten die gewoon tien boetes per jaar incalculeren.”
Het beste is als weggebruikers zich aan de aanwijzingen van Rijkswaterstaat houden, stelt de verkeerspsycholoog. Bij snelheidsbeperkingen, bij afgekruiste rijbanen. „Dat levert de minste file en het meest harmonieuze verkeersbeeld op.”