„Orgel Leeuwenbergh Gasthuis Utrecht had niet verwijderd mogen worden”
Het Flentroporgel in het Leeuwenbergh Gasthuis in Utrecht had niet verwijderd mogen worden.
Volgens de gemeente Utrecht was daar een vergunning voor nodig en die is nooit verleend, aldus de DUIC-krant donderdag 28 februari.
Het Leeuwenbergh Gasthuis aan het Servaasbolwerk in Utrecht, een rijksmonument uit 1567, is begin dit jaar verkocht aan Stadsherstel Utrecht. Die organisatie gaat het gebouw verhuren aan de Israëlische muzikant Gavriel Lipkind, die er een centrum voor kamermuziek van wil maken.
Omdat de nieuwe huurder geen orgel nodig heeft, heeft de Stichting Vrienden van Leeuwenbergh, de vorige eigenaar, het tweeklaviers orgel (22 stemmen) van de firma Flentrop uit 1954 uit het Leeuwenbergh Gasthuis verwijderd. Het orgel wordt nu gerestaureerd en krijgt vervolgens een plaats in de Grote Kerk in Zwolle.
De gemeente zegt nu dat het instrument nooit zomaar uit het gebouw verwijderd had mogen worden. Het orgel zou behoren tot het rijksmonument en daarom is er een vergunning nodig om het weg te halen. Het orgel staat ook omschreven in het Rijksmonumentenregister.
Voorzitter Dirk Meerburg van de Stichting Vrienden van Leeuwenbergh meent echter dat een vergunning niet nodig was. „Het orgel staat dan wel omschreven in het register voor Rijksmonumenten, maar dat maakt het nog niet tot onderdeel van het Rijksmonument.”
Het is volgens Meerburg ook beter voor het orgel. „Het orgel werd de afgelopen vijftien jaar nauwelijks bespeeld. Het was aan het verstoffen. Het is dus ook een prima oplossing voor het instrument, los van het vergunningsverhaal.”
De gemeente Utrecht beraadt zich nu op welke stappen ze gaat nemen.