De twee verdachten hebben deels bekend. Oud-politieman B. uit Zoetermeer, met ruim twintig dienstjaren, zei maandag dat het ging om een gunst en vriendendienst en dat hij geen geld kreeg voor de informatie. Maar volgens het OM verklaarde hij eerder dat hij kleine bedragen ontving die in totaal opliepen tot ongeveer 1000 euro. Ook neef Johannes B., die niet op de zitting was in verband met een vakantie, had verklaard dat hij B. soms iets extra’s gaf voor hulp met zijn boten. Johannes zit in de jachtbouw.

De informatie die John B. opzocht is te linken aan zeker vijftig personen, concludeerde de Rijksrecherche. De meesten van hen verkeren in het criminele milieu. B. kon niet neuzen in zwaardere recherche-onderzoeken. Toch was de informatie volgens het OM van grote waarde voor criminelen.

Inspecteur B. werkte als leidinggevende bij de dienst beveiligen en bewaken en had toegang tot registers van diverse diensten. Zo kon hij zien of iemand gesignaleerd stond, bijvoorbeeld als verdachte. Informatie had volgens het OM ook betrekking op een belangrijk drugsonderzoek. Hij printte soms tientallen pagina’s uit.

Ze benadrukte dat „politiesystemen geen Google zijn” en dat ongeoorloofd informatie zoeken strafbaar is. Het politiesysteem geeft dat ook bij elke opdracht aan. Volgens haar heeft B. het imago van de politie geschaad en jarenlang zijn collega’s besodemieterd.

B. zelf zei dat hij altijd trots was op zijn uniform en dat het heel zuur is dat hij oneervol is ontslagen. „De andere jaren heb ik altijd goed gewerkt.” Hij hoopt dat hij hooguit een taakstraf krijgt.