Nieuwe directeur Shaare Zedek: Nu eerst oog voor kwaliteit in plaats van groei
Het Shaare Zedekziekenhuis heeft vanaf vrijdag een nieuwe algemeen directeur. Ofer Merin neemt het stokje over van Jonathan Halevy. Voor het oog zal er de komende tijd niet veel veranderen. „Laten we maar even stoppen met uitbreiden en ons richten op het streven naar de best mogelijke medische en verpleegkundige zorg.”
Onwennig. Zo omschrijft dr. Ofer Merin zijn gevoel bij de nieuwe taak die sinds vrijdag in het Shaare Zedekziekenhuis in Jeruzalem op zijn schouders rust. Hij wijst op een stapel papieren op een overlegtafel in het midden van zijn kamer. „Ik moet me nu bezighouden met budgetten en de inrichting van afdelingen. Dat is wat anders dan opereren of bij een patiënt aan het bed staan.”
De liefde voor het medisch handwerk zit diep bij Merin. Vandaar dat de positie van directeur voor de hartchirurg bepaald niet vanzelfsprekend was. „Vraag een goede journalist eens of hij wil stoppen met publiceren”, lacht hij. „Ik ben geneeskunde gaan studeren om ménsen beter te maken.”
Toch vond de raad van bestuur van het Shaare Zedek hem de meest geschikte kandidaat om prof. Jonathan Halevy op te volgen. Merin is al ruim een kwarteeuw in het ziekenhuis werkzaam, waarvan de afgelopen negen jaar als adjunct-directeur.
Voorwaarden
Merin had echter een tweetal voorwaarden om de nieuwe baan te accepteren. „Ik wilde mijn positie als reservekolonel in het Israëlische leger houden. In die hoedanigheid leid ik een veldhospitaal met 400 medewerkers. Ook word ik regelmatig naar rampgebieden uitgezonden, zoals in 2010, na de aardbeving in Haïti. En ik wilde de directe leiding houden over de trauma-afdeling in het Shaare Zedek.”
De nieuwe directeur beseft dat hij een lange en kostbare erfenis overneemt van zijn voorganger Halaevy, die het ziekenhuis 31 jaar bestuurde. „Het zou waanzin zijn om te proberen uit zijn schaduw te treden. Ik voel mijn benen al kleiner worden als ik daar alleen maar aan denk.”
Toch heeft Merin wel degelijk ambities. Die liggen niet zozeer op het vlak van verdere uitbreiding van het ziekenhuis. Het Shaare Zedek maakte onder Halevy een haast onstuitbare groei door en was bijna voortdurend het toneel van verbouwingen. „Laten we ons nu vooral op de kwaliteit van de zorg richten”, zegt hij. „De patiënt moet centraal staan. Onze artsen moeten denken als verpleegsters. Alleen zo kunnen we de speciale sfeer hier behouden. Dan zijn we niet een werkplaats met 4000 arbeiders, maar één grote familie: van dokter tot schoonmaker.”
Merin voorziet grote veranderingen in de wereld van de gezondheidszorg. „Enerzijds zal de intensieve zorg toenemen, omdat we patiënten steeds langer in leven kunnen houden. Tegelijkertijd denk ik dat steeds meer behandelingen buiten het ziekenhuis zullen plaatshebben. Alleen de urgente gevallen zullen in de toekomst nog hier terechtkomen.”
Prof. Halevy deelt die conclusie. Tegelijkertijd wijst hij op het sterk veranderde verwachtingspatroon van patiënten en de maatschappij als geheel. „Veel mensen zijn goed op de hoogte van alle vorderingen in de medische wetenschap. Daardoor denken ze bijna automatisch dat ze hier zullen genezen. Dan is het een hard gelag als ze tot de ontdekking komen dat het ziekenhuis ook het eindstation van hun leven kan zijn. Het is voor ons altijd weer een moeilijke opgave om families te vertellen dat we niets meer voor hun geliefden kunnen doen.”
Nooit uitstellen
„We kunnen het leven tegenwoordig heel lang rekken”, vervolgt de scheidende directeur. „De vraag is alleen hoe het vervolgens met de kwaliteit van het leven is gesteld. Zeker als het gaat om ziektes als Alzheimer, Parkinson en ALS. Veel onderzoek zal de komende decennia daarom niet op levensverlenging maar op kwaliteitsverbetering gericht zijn.”
Halevy neemt overigens niet helemaal afscheid van het Shaare Zedek. Hij blijft een belangrijke rol spelen als adviseur voor de raad van bestuur en zal zich nog intensief met internationale fondsenwerving bezighouden.
Zijn belangrijkste advies aan zijn opvolger? „Stel de patiënt centraal. Koester de relatie met je personeelsleden; zij zijn je belangrijkste bedrijfskapitaal. En stel de oplossing van problemen nooit uit.”