Buitenland

Alleen nog herkenbaar aan hun epauletten”

Verslagen is hij. Eerstehulpverpleegkundige Lacman Thierry uit het Zuid-Belgische Ath was een van de mensen die gistermorgen als eersten in het rampgebied bij het Waalse plaatsje Ghislenghien (Gellingen) arriveerden. „Sommige lichamen waren zo erg verbrand dat we ze alleen nog aan hun epauletten konden herkennen.”

Jacob Hoekman
30 July 2004 23:55Gewijzigd op 14 November 2020 01:29

Thierry’s stem klinkt vlak en emotieloos. Hij heeft nu geen behoefte aan psychologische hulp, zegt hij, al kan iedereen dat krijgen in een nabijgelegen school. Hij loopt heen en weer in de brandweerkazerne van Ath. Zijn vrouw is er ook. Ze is sinds twee jaar in dienst bij de brandweer, maar is zwanger en hoeft voorlopig niet te werken. Toch is ze al de hele dag in touw, op het kantoor in de brandweerkazerne. Dat haar zwangerschap menselijkerwijs gesproken misschien wel haar redding betekende, lijkt ze nog nauwelijks te kunnen bevatten. „Ik heb heel veel geluk gehad”, knikt ze.

Ze kent de vijf brandweermannen die omkwamen tijdens de enorme gasexplosie goed. Haar man trouwens ook: „Het is hier allemaal niet zo groot. Er zijn in Ath maar zeventien brandweermensen, vaak werk ik met hen samen bij ongevallen en ook met oefeningen. Het waren allemaal vrienden.”

Het korps van Ath oefent regelmatig samen met verpleegkundigen. Ook grote branden met enorme steekvlammen komen aan de beurt. „Maar dan ben je niet zenuwachtig”, zegt Lacman Thierry. Dat was nu anders. Iets over negen uur ging zijn pieper, alhoewel hij eigenlijk vakantie had. Dat er toen wat aan de hand was, had hij al wel begrepen. De dreun die de gasexplosie veroorzaakte, was tot 10 kilometer verderop hoor- en voelbaar. „Het was gedurende drie of vier minuten net alsof er een zwaar militair vliegtuig boven je hoofd vloog. Ons huis dreunde, als bij een aardbeving.”

„Bijna onmiddellijk daarna werd ik opgeroepen via mijn portofoon”, vertelt Thierry. „We begrepen dat er veel ambulances nodig waren. We zijn meteen op weg gegaan.” In het gebied rond de ontplofte gasfabriek op het industrieterrein bij Ghislenghien zocht hij samen met collega’s naar gewonden. „We vonden ze soms honderden meters verderop. Ze moeten een eind weggeslingerd zijn”, zegt de jong ogende verpleegkundige. Sommigen waren lichtgewond, anderen zwaarder. Onder hen veel collega’s. Thierry trof ook enkele omgekomen collega’s aan. Zijn gezicht betrekt. „Sommigen waren onherkenbaar. We konden alleen nog aan de metalen epauletten op hun schouder zien welke rang ze hadden en wie het dus moesten zijn”, zegt hij zacht. „Die aanblik shockeerde me enorm.”

Thierry, ook aan het begin van de avond nog steeds in uniform, alsof hij zo weer kan uitrukken, wijst op zijn portofoon in een zijvak. De portofoons zijn geschakeld met die van de brandweer. „Toen we onderweg waren, hoorden we steeds dat de commandant van het korps opgeroepen werd. „Commandant, commandant, hoort u mij?” maar hij heeft niet één keer geantwoord. Nu weten we dat hij ook een van de doden is.”

De verpleegkundige, normaal werkzaam op de afdeling intensive care in het ziekenhuis in Ath, loopt de grote brandweerkazerne in. Feloranje brandweerwagens komen regelmatig binnenrijden, anderen vertrekken. Achteraan staat een van de wagens die direct betrokken zijn geweest bij de explosie. Het zwaailicht op het dak is gesprongen en zal nooit meer werken. De zijkant is geschilferd en geblakerd.

Thierry opent de deur van de wagen, die aan de onderkant wat is opgekruld. Een walm van verbrand rubber zorgt meteen voor een flinke stank. De wagen is niet meer wat het is geweest. De versnellingspook is ineengeschrompeld, het dashboard hangt van rubberen rafels aan elkaar. Ook de zitting is gedeeltelijk weggesmolten.

„Een van de collega’s die zijn omgekomen zat in deze wagen”, weet Thierry. „Een ander ligt in het ziekenhuis.” Het wagenpark van de brandweer in Ath is niet meer compleet. Een tankwagen is geëxplodeerd. „Die was het eerst ter plaatse. Zij hadden alleen nog maar een melding gekregen van een gaslek. De ontploffing gebeurde pas toen zij ter plaatse waren. Ze hadden nooit meer kunnen ontsnappen. Het complete team droeg speciale vuurwerende jassen, dat doen ze altijd bij dit soort meldingen. Maar de hitte was zo enorm, dat die geen enkele bescherming boden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer