Economische groei in VS afgenomen
De economie van de Verenigde Staten is in het tweede kwartaal van dit jaar gegroeid met 3,0 procent op jaarbasis, aanzienlijk minder dan de door analisten verwachte 3,6 à 3,7 procent. In het eerste kwartaal was de groei een stuk sterker. Het percentage daarvoor is gecorrigeerd van 3,9 tot 4,5.
Dat heeft het Amerikaanse ministerie van Handel vrijdag bekendgemaakt. Eind augustus komt een herziene raming voor het tweede kwartaal en een maand later volgt het definitieve cijfer.
De groei in het tweede kwartaal is de geringste sinds het eerste trimester van vorig jaar. De terugval is vooral toe te schrijven aan een vermindering van de toename van de consumentenbestedingen van 4,1 procent in het eerste kwartaal tot 1,0 procent. Volgens analisten heeft de terughoudendheid met bestedingen te maken met de sterke stijging van de energieprijzen. De uitgaven van de consument vertegenwoordigen tweederde van de Amerikaanse economie.
Positief was in het tweede kwartaal de ontwikkeling van de export. De groei daarvan nam ten opzichte van de voorgaande drie maanden toe van 7,3 tot 13,2 procent. Ook het groeitempo van de investeringen in de woningbouw liep flink op, van 5,0 tot 15,4 procent.
Voor president Bush is de groeivertraging een tegenvaller op weg naar de verkiezingen van november. Voor die tijd kan het echter weer beter gaan. De president van de Amerikaanse centrale banken, Alan Greenspan, verklaarde vorige week dat de verzwakking die de economie in juni onderging van tijdelijke aard zal blijken.
De inflatie in de VS bedroeg in het tweede kwartaal net als in het voorgaande trimester 3,3 procent op jaarbasis. Exclusief de sterk schommelende prijzen van energie en levensmiddelen nam de geldontwaarding af van 2,1 tot 1,8 procent.
Het ministerie van Handel kwam vrijdag ook met een herziening van de groeicijfers voor de periode 2000-2003. Het gemiddelde daarvoor blijft 1,9 procent per jaar, maar de cijfers voor de afzonderlijke kwartalen geven aan dat er in 2001 geen recessie is geweest, althans volgens de gebruikelijke definitie van een krimp van de economie in tweede kwartalen op rij.
Volgens eerdere cijfers was er de eerste drie kwartalen van dat jaar een neergaande lijn, maar het ministerie houdt het voor die tijdvakken nu op achtereenvolgens min 0,5 procent, plus 1,2 procent en min 1,4 procent.