Geen vervolging verdachten zaak-Bagci
Twee mannen en een vrouw uit Den Haag hoeven niet voor de rechter te verschijnen in verband met de moord op het Haagse meisje Kumral Bagci.
Het openbaar ministerie maakte gisteren bekend dat het onderzoek niet voldoende aanknopingspunten heeft opgeleverd om de drie te vervolgen.
De politie hield de mannen in oktober aan en de vrouw in februari. Zij hebben korte tijd vastgezeten en golden tot nu toe als verdachten. Justitie verdacht hen ervan dat ze op enige wijze betrokken waren bij de dood in 1995 van Kumral, die eerst werd gewurgd en daarna in stukken gesneden. De rechter sprak de 20-jarige hoofdverdachte Evren T. op 9 juli vrij van het aandeel dat hij volgens justitie in de moord had.
Kumral Bagci werd in juni 1995 vermoord. Op de 21e juni gaven haar ouders haar als vermist op, een aannemer vond twee dagen later haar lichaamsdelen verpakt in vuilniszakken en tassen in Scheveningen.
Justitie heeft de zaak inmiddels meerdere keren onderzocht. De afgelopen jaren hield ze diverse verdachten aan, maar tegen geen van hen bestond genoeg bewijs voor een veroordeling. De laatste heropening was in mei vorig jaar. In september hield de politie T. aan.
De twee mannen die in oktober werden aangehouden, zijn ooms van hoofdverdachte Evren T. De vrouw is zijn zus. Ook pakte de politie T.’s moeder in september op, omdat de twee de moord op het meisje zouden hebben gepleegd. De moeder pleegde in haar cel zelfmoord: Ze wurgde zich met haar hoofddoek.
Evren T. zat in totaal ongeveer twee maanden vast. Zijn advocaat, P. Hoogendam, bereidt een schadeclaim voor. Behalve voor materiële schade wil de raadsman ook een vergoeding voor immateriële schade eisen. Daarom wordt de claim veel hoger dan de standaardvergoedingen die justitie hanteert voor mensen die onterecht gevangen hebben gezeten.