Niet-westerse kerken gefrustreerd door neoliberalisme
De neoliberale koers van het rijke Westen is een doorn in het oog van de kerken op het zuidelijk halfrond. Ze stevenen af op een veroordeling van deze koers en willen de kwestie tot een zaak van het belijden (status confessionis) maken.
Dr. J. M. van ’t Kruis verwacht een zware discussie over dit punt op de zevenjaarlijkse assemblee van de World Alliance of Reformed Churches (WARC) die vrijdag begint en twee weken lang in Accra, de hoofdstad van Ghana, wordt gehouden.
Dr. Van ’t Kruis is een van de Nederlandse delegatieleden, naast onder anderen dr. B. Plaisier, ds. J. G. Hendriks en prof. dr. P. N. Holtrop (vice-voorzitter van de WARC). Hij is projectmedewerker bij Kerkinactie, gehuisvest in het Landelijk Dienstencentrum van de Protestantse Kerk in Nederland in Utrecht, ten behoeve van de relatie met de migrantenkerken.
Daarvan zijn er in Nederland meer dan 800. Zijn ervaring kan hij dus goed inbrengen in de beraadslagingen tijdens de 24e assemblee, waar vertegenwoordigers van ongeveer 200 hervormde en gereformeerde kerken uit de gehele wereld bijeenkomen.
Door lidkerken van de WARC is al sinds de jaren negentig kritiek geuit op de liberale markteconomie en op de zogeheten globalisering, die ten koste zou gaan van de arme landen in de wereld. Het thema van de 24e assemblee is ”Dat allen in overvloed mogen leven”, naar aanleiding van Johannes 10:10b: „Ik ben gekomen, opdat zij het leven hebben, en overvloed hebben.” Kernthema van de vergadering is ”Covenanting for justice in the economy and the earth”, oftewel: een verbond oprichten voor gerechtigheid in de (wereld)economie en op de aarde.
Deze zaak ligt erg gevoelig, zegt dr. Van ’t Kruis, omdat de arme landen zichzelf als slachtoffer van de wereldeconomie zien en er ook binnen de kerken in het Westen geen eensluidend standpunt in deze zaak wordt ingenomen. „Globalisering is als zodanig niet het probleem; wel dat de liberale economie mondiale trekken krijgt. Dat bedoelt men waarschijnlijk met de globalisering. Bovendien is het wel heel gemakkelijk als wij in het Westen de economie tot een zaak van het belijden maken. We maken immers deel uit van hetzelfde systeem: we leven ervan, doen eraan mee en profiteren ook van de vruchten. Je kunt dan wel zeggen: Het liberale marktdenken is de aanjager van de wereldeconomie, en dat kun je dan als kerk veroordelen. De kerk heeft dan weer iets gezegd, zo kun je dan denken, maar je moet ook in eigen vlees durven snijden.”
Anderzijds begrijpt het delegatielid wel dat de kerken in de derde wereld zichzelf als slachtoffer zien van dit marktdenken. „De relatie dader en slachtoffer blijft moeilijk. De kerken in de derde wereld willen de kwestie van de wereldeconomie tot zaak van het belijden maken. Het lastige is dat juist de landen in Europa die daartegen zijn -Duitsland, Zwitserland en Nederland-, de rijke landen zijn. Dan lijkt het alsof deze landen daarover geen discussie willen omdat het hun niet zo goed uitkomt. Het is goed om eraan te herinneren dat we bij de laatste assemblee in het Hongaarse Debrecen, in 1997, heel sterk hebben ingezet vanuit Zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus, waar gezegd wordt dat we niet van onszelf maar van Christus zijn.”
De WARC is een wereldwijde koepel van calvinistische kerken, die in 1875 is opgericht. Het is een verband van hervormde, gereformeerde, presbyteriaanse en congregationalistische kerken. De WARC oriënteert zich op de gereformeerde traditie en is breder dan de Gereformeerde Oecumenische Raad (GOR), aldus dr. Van ’t Kruis, omdat ze ook congregationalistische kerken verenigt. De WARC is wel duidelijk minder breed dan de Wereldraad van Kerken, die in 1948 werd opgericht. Dat is een oecumenische organisatie die ook anglicanen, oosters-orthodoxen en lutheranen onderdak biedt.
De WARC werd in voorgaande jaren spraakmakend vanwege de opstelling van de belijdenis van Belhar (1986). Deze liet een krachtig protest horen tegen de apartheid, vooral tegen de theologische rechtvaardiging daarvan. Dit soort zaken speelt nu niet meer. Het eigene van de WARC staat dan ook steeds meer ter discussie, merkt dr. Van ’t Kruis op. Datzelfde geldt overigens, in meerdere of mindere mate, ook voor andere oecumenische organisaties, zo voegt hij eraan toe. „De vraag wordt steeds meer in hoeverre de oecumenische beweging in haar huidige vorm nog instandgehouden kan worden. Tijdens de komende assemblee komen 800 vertegenwoordigers van lidkerken bij elkaar. Zo langzamerhand wordt dat onbetaalbaar. Het grootste deel van de organisatie van de WARC wordt betaald door kerken in het Westen die met teruglopende inkomsten te kampen hebben.”
Bovendien, zegt hij, „is dit soort massale vergaderingen nog effectief? Kunnen we niet met minder middelen hetzelfde doen en dat op een effectievere wijze? Een mogelijkheid is misschien dat organisaties als de Wereldraad van Kerken en de Lutherse Wereldfederatie samen met de WARC hun bijeenkomsten gaan beleggen, waarbij je dan nog evengoed als afzonderlijke organisatie kunt vergaderen. Maar je kunt dan meer met elkaar samenwerken en dingen op elkaar afstemmen. Dat voorkomt dat je hetzelfde doet als de ander.”
Ondanks deze kanttekeningen ziet dr. Van ’t Kruis nog steeds een belangrijke taak weggelegd voor een wereldwijd oecumenische orgaan als de WARC. „Voor de kerken in het Zuiden zijn deze bijeenkomsten de enige momenten waarop zij in een breed verband vertegenwoordigers van andere kerken ontmoeten en met hen kunnen overleggen. Vergeet ook niet de spirituele kant van de bijeenkomsten. Er is tijdens de komende assemblee erg veel tijd ingeruimd voor bijbelstudie. Daarmee wordt elke dag uitgebreid begonnen. Het is dus niet alleen vergaderen of het doornemen van allerlei stukken tijdens plenaire sessies, maar vooral ook samen zingen, bidden en bijbellezen.”