Handelsoptimisme helpt Wall Street omhoog
De aandelenbeurzen in New York zijn vrijdag flink in het groen gesloten. De vooruitgang in de Chinees-Amerikaanse handelsonderhandelingen in Peking zorgde voor een positieve stemming op de financiële markten. Verder verwerkten beleggers op Wall Street het uitroepen van de noodtoestand door president Donald Trump om de bouw van de grensmuur met Mexico.
De Dow-Jonesindex eindigde 1,7 procent hoger op 25.883,25 punten. De brede S&P 500 steeg 1,1 procent tot 2775,60 punten en de technologiebeurs Nasdaq klom 0,6 procent tot 7472,40 punten. Maandag is Wall Street gesloten vanwege President’s Day.
Volgens de Amerikaanse handelsgezant Robert Lighthizer is er rond meerdere heikele kwesties progressie geboekt. De Chinese president Xi Jinping benadrukte dat zijn land hard zal werken aan een akkoord dat beide partijen tevreden stelt. Trump zei dat de gesprekken uitstekend verliepen en dat de Verenigde Staten dichter dan ooit bij een handelsdeal zijn.
Met het uitroepen van de noodtoestand hoopt Trump de beschikking te krijgen over voldoende geld voor de bouw van een muur. Hij wil die bouwen om illegale immigranten tegen te houden. Nancy Pelosi, de Democratische voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, had eerder gezegd dat ze Trumps besluit met alle middelen gaat aanvechten, onder meer bij de rechter, omdat er volgens haar sprake is van een noodsituatie aan de grens.
De fabrikant van landbouwmachines Deere verloor ruim 2 procent. De kwartaalwinst kwam uit onder de verwachtingen mede vanwege de stijging van de grondstofprijzen en zorgen bij klanten over de handelsoorlog.
PepsiCo, bekend van onder meer Pepsi Cola en Lays-chips, voerde in het afgelopen jaar de omzet en winst op, maar kondigde ook een reorganisatie aan. Het bedrijf snijdt in zijn personeelsbestand en sluit fabrieken. Het aandeel won 3 procent. Speelgoedbedrijf Mattel kelderde ruim 18 procent na tegenvallende vooruitzichten.
Verder werd bekend dat de industriële productie in de VS in januari onverwacht duidelijk is gedaald, vooral vanwege een lagere productie in de auto-industrie. Het Amerikaanse consumentenvertrouwen gaat omhoog, aldus de Universiteit van Michigan.
De euro was 1,1297 dollar waard, tegen 1,1270 dollar in Europa. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 2,4 procent tot 55,73 dollar,. Brentolie klom 2,7 procent tot 66,34 dollar per vat.