„Driemanschap Holleeder was nietsontziend”
„Ik heb niemand maar dan ook helemaal niemand opdracht gegeven voor liquidaties. Er is niemand die dat over mij kan zeggen.” Dat zei Willem Holleeder vrijdag na afloop van het tweede deel van het requisitoir van Openbaar Ministerie (OM). Officier van justitie Lars Stempher zette daarin gedetailleerd uiteen dat Holleeder samen met Dino Soerel en Stanley Hillis jarenlang een organisatie heeft geleid die de ene na de andere liquidatie pleegde. „Nietsontziend”, aldus de aanklager.
Volgens het OM liet het driemanschap criminelen die hen in de weg liepen of een bedreiging vormden uit de weg ruimen. Voor het afwerken van dodenlijsten had het trio twee moordcommando’s tot zijn beschikking: een groep rond de inmiddels tot levenslang veroordeelde huurmoordenaar Jesse R. en en een groep overwegend Turkse mannen uit Alkmaar.
De club van Jesse R. heeft de moorden op Cor van Hout en Robert ter Haak (2003), Kees Houtman (2005) en Thomas van der Bijl voor zijn rekening genomen, aldus het OM. De Alkmaarse groep liquideerde Willem Endstra (2004) en John Mieremet. Overigens is slechts een deel van de uitvoerders van deze moorden gepakt en veroordeeld. Dino Soerel heeft levenslang gekregen voor zijn aandeel in de liquidaties van Houtman en Van der Bijl. Hillis is in 2011 geliquideerd.
Stempher beschreef het ontstaan van het driemanschap aan het slot van de criminele geschiedenis die voorafging aan de liquidaties waarvoor Holleeder terechtstaat. Holleeder heeft, na het uitzitten van zijn straf voor de Heinekenontvoering, een weg afgelegd „waarbij de dood vaak op de loer lag en helaas ook vaak heeft toegeslagen” aldus de officier. De verdachte raakte gebrouilleerd met mede-ontvoerder Cor van Hout en zocht volgens het OM daarna telkens, uit puur eigenbelang, zijn heil „bij de op dat moment sterkste partij binnen het Amsterdamse criminele milieu.”
Eerst waren dat Sam Klepper en John Mieremet, later Soerel en Hillis. Het ontstaan van laatstgenoemd driemanschap leidde tot „een lange lijst van kinderen die opgroeien zonder vader, vrouwen wier partner hen is ontnomen en vaders en moeders die hun zoons hebben verloren.”
Het OM zet het requisitoir voort op 28 februari. Dan zal het onder meer de bewijsvoering in de afzonderlijke moordzaken bespreken. Op 1 maart komt justitie met de strafeis.