Fosfaatproductie mest opnieuw lager
De productie van fosfaat in dierlijke mest door Nederlandse veehouders is ook afgelopen jaar binnen de perken gebleven, net als een jaar eerder.
Volgens voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) werd in 2018 bijna 161 miljoen kilo fosfaat geproduceerd. Dat is circa 12 miljoen kilo minder dan maximaal door Brussel toegestaan.
Europese regels moeten ervoor zorgen dat er niet te veel fosfaat uit mest in de bodem en in het grondwater terechtkomt. Fosfaat kan schadelijk zijn voor het milieu. Produceert een land te veel dan volgen mogelijk Europese sancties.
Het is het tweede jaar op rij dat Nederland weer binnen de lijntjes kleurt. Daarvoor was jarenlang sprake van teveel fosfaatproductie. In 2016 werden daarom afspraken gemaakt met melkveehouders en varkensboeren om de fosfaatproductie in te dammen. Zo werd onder meer de veestapel kleiner en werd het fosforgehalte in mengvoer verlaagd.
Daardoor daalde de fosfaatproductie vorig jaar met 5 procent (8,3 miljoen kilo minder). De productie bedroeg vorig jaar 160,7 miljoen kilo fosfaat. Dat is ruim 12 miljoen kilo onder het door de Europese Unie (EU) vastgestelde fosfaatplafond van 172,9 miljoen kilo.
Stikstof
De stikstofuitscheiding nam in Nederland vorig jaar fractioneel af. Met 506,1 miljoen kilo lag de productie nog wel boven het stikstofplafond van 504,4 miljoen kilo.
Onder meer door het toegenomen voerverbruik en een afnemend areaal snijmais zit er de laatste jaren meer gras en krachtvoer in het rantsoen van koeien. Gras en krachtvoer bevatten doorgaans drie keer meer stikstof dan snijmais. Per koe werd meer stikstof uitgestoten, waarmee de krimp van de veestapel op de totale productie nauwelijks effect sorteerde.