Amsterdam pakt ‘drugseconomie’ aan
De vermenging van de onderwereld met de bovenwereld als gevolg van de florerende ‘drugseconomie’ in Amsterdam nadert een kritisch punt. Dat zegt burgemeester Femke Halsema. De driehoek van gemeente, politie en Openbaar Ministerie (OM) zet zich de komende tijd extra in om deze zogenoemde ondermijning tegen te gaan. De aanpak is gericht op het doorsnijden van criminele financiële stromen en het in kaart brengen van partijen die dienstverlenend zijn aan criminele netwerken.
Daarbij gaat het bijvoorbeeld om financiële dienstverleners, advocaten, notarissen, makelaars, elektriciens, woningbemiddelaars en autoverhuurbedrijven. Ook wil de gemeente intensiever gaan samenwerken met toezichthouders als De Nederlandsche Bank, Bureau Financieel Toezicht en Autoriteit Financiële Markten om crimineel geld te weren. Hoogleraar Pieter Tops van de Tilburg University is gevraagd onderzoek te doen naar malafide geldstromen in de stad.
Volgens Halsema neemt de impact van drugshandel op het openbare leven in de wijken toe, onder meer vanwege het excessieve geweld dat daarbij wordt gebruikt. Maar ook door de aantrekkingskracht van het snelle drugsgeld op jongeren en de ondermijnende werking van de grote geldstromen op verschillende sectoren. Hoewel de havens van Rotterdam en Antwerpen belangrijke aanvoerroutes zijn voor cocaïne, houden zich volgens haar in Amsterdam en omstreken veel mensen bezig met de doorvoer ervan.
Verder maakte de driehoek bekend dat de criminaliteitscijfers in de hoofdstad vorig jaar opnieuw zijn gedaald. Wel is er de laatste jaren een groeiend aantal meldingen van discriminatie. Halsema noemde dit „buitengewoon verontrustend”. Ook steeg het aantal incidenten van huiselijk geweld, overvallen en straatroven.