Kerk & religie

„Zijn er vandaag ook heidenen in de kerk?”

„Voor me zie ik allemaal deftige en beste kerkgangers. Zijn er ook heidenen bij? Als die er niet zijn, kunnen we beter naar huis gaan. We moeten zelf een heiden zijn om aan heidenen te kunnen denken.”

Van een medewerker
29 July 2004 09:05Gewijzigd op 14 November 2020 01:28

Dit zei ds. W. J. op ’t Hof, predikant van de Nederlandse hervormde gemeente (in hersteld verband) te Nederhemert, woensdag tijdens de jaarlijkse zendingsmiddag in Garderen. Hij sprak zijn woorden uit in de redelijk gevulde hervormde kerk in het Veluwse plaatsje, waar vakantiegangers tijdens de pauze bleven staan om te kijken naar de bezoekers.

De drie sprekers namen hun uitgangspunt uit het boek Jesaja. Ds. Op ’t Hof ging uit van Jesaja 56:3b: „en de gesnedene zegge niet: Ziet, ik ben een dorre boom.” Een gesnedene was iemand die van zijn mannelijkheid was ontdaan, aldus de predikant, en daarom niet in de vergadering des Heeren mocht komen omdat dit niet strookte met Gods heiligheid. „Het wonderlijke is”, zei hij, „dat er gesnedenen waren die Gods sabbatten hielden, ook al wisten ze dat ze niet welkom waren. Het wonderlijke is de liefde van God, die hen zoekt. Het kenmerk is dat ze God gaan zoeken, ook al kunnen ze niet zalig worden. Het gaat die ziel niet om zichzelf, maar om de eer van de Heere. Ze doen Zijn wil, al krijgen ze er niets voor terug.”

Met klem vroeg de predikant of er mensen waren die bewogen zijn met hun naaste of met de heidenen. „Zijn we hier gekomen om te laten zien hoe vroom we zijn? Zijn we gekomen om kennissen te ontmoeten en een geestelijk gesprek te voeren? Dat is niet verkeerd, maar een echte zendingsmiddag is anders. We zijn ook niet klaar met geld geven en bidden. Hebben wij deernis met onze buren en de heidenen ver weg? Mijn broer is een beetje anders. Nou en? Praten wij met hem? God geve dat we allen heidenen, buitenstaanders, mogen worden in de inleving.”

De bijeenkomst werd geopend door ds. D. Heemskerk, predikant van de Nederlandse hervormde gemeente (in hersteld verband) ter plaatse. Hij stond stil bij Jesaja 45:22: „Wendt u naar Mij toe…” Deze tekst lijkt veel op de zendingsopdracht zoals die in Markus 16:15 en 16 is verwoord, zei de predikant. In de tekst ziet hij de drie stukken uit de Heidelbergse Catechismus bij elkaar: de ellende in ”Wendt u naar Mij toe”, de verlossing in ”wordt behouden” en de dankbaarheid in ”want Ik ben God”. Ds. Heemskerk: „De prediking moet bevatten drie kernzaken, twee wegen en brengen tot één Naam.”

Ds. Tj. de Jong, predikant van de Nederlandse hervormde gemeente (in hersteld verband) te Staphorst, nam zijn uitgangspunt in Jesaja 66:5: „Hoort des Heeren woord…” God spreekt tot mensen die voor Zijn woord beven, zei hij; die hun armoede bekennen. Dat zijn de verslagenen van geest, zij die hun zonden gevoelen en erkennen. „Er zijn kennelijk toch mensen die anders zijn dan de grote massa. Ze zullen zelf zeggen: „Ik ben net zo. Het enige verschil is dat ik arm ben vanbinnen.” Dat is een volk dat God in zijn recht erkent en de laagste plaats inneemt.”

De Staphorster predikant merkte op dat er broeders zijn die hen haten, zoals dit in de tekst staat. „Er is vijandschap omdat ze Christus in de christen haten. De kerk wordt vertrapt en verguisd. Onderzoek de reden ervan als u gehaat wordt. Is het om de Naam van de Heere?”

Ten slotte zullen de vijanden beschaamd worden. „Als God overkomt, dan zal de Kerk weer vreugde kennen in haar God en Christus. Wat zal het een wonder zijn als we van die Kerk deel mogen uitmaken en die vreugde des heils mogen kennen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer