In het debat leverde de oppositie forse kritiek op de pensioenplannen van het kabinet. Partijen vrezen dat de voorgestelde vernieuwingen van het stelsel helemaal verkeerd uitpakken. Het is de oppositie ook een doorn in het oog dat de regering al begint met de verbouwing van de pensioenen zonder akkoord met de vakbonden en werkgevers, die in principe over deze oudedagsvoorziening gaan.

De plannen van verantwoordelijk minister Wouter Koolmees bieden „zelfs geen begin van een oplossing”, meent Kamerlid Edgar Mulder van de grootste oppositiepartij PVV. Volgens hem moet de minister afblijven van de pensioenpotten. Koolmees zou er uitsluitend voor moeten zorgen „dat de dreigende kortingen op pensioenen voor miljoenen Nederlanders van tafel gaan”.

PvdA’er Gijs van Dijk vindt dat de plannen doen denken aan de uitbouw van een wankel huis met een slecht dak. Hij roept op tot een snelle hervatting van het pensioenoverleg met vakbonden en werkgevers. SP’er Bart van Kent noemt de voorstellen een „kernbom in de onderhandelingen”. Koolmees zou de werknemers chanteren door niets te willen doen aan de verlaging van de pensioenen.

Ook GroenLinks-Kamerlid Paul Smeulders spreekt van een provocatie, omdat het kabinet begint met het uitwerken van de gewenste veranderingen zonder uitgestoken hand naar de vakbonden. „De polder wordt aan de kant geschoven.”

Meerdere partijen, waaronder 50PLUS, hameren op andere rekenregels om kortingen te voorkomen. „De pensioenfondsen puilen uit”, benadrukte Martin van Rooijen.

Minister Koolmees bezweert niet uit te zijn op verlagingen, maar het moet niet als „een los dingetje” worden gezien. Hij wil de problemen met het huidige pensioenstelsel aanpakken „in de hoop daarmee ook kortingen te kunnen voorkomen”.

De bewindsman vindt zichzelf niet op „ramkoers” liggen met de vakbonden. Volgens hem biedt hij wel een uitgestoken hand en zijn de voorstellen niet, zoals de kritiek luidde, een middelvinger, vuist in het gezicht, sloopkogel of mes in de rug.