Aanklacht moordbende Taghi uitgebreid
Het Openbaar Ministerie heeft nieuwe feiten toegevoegd aan de aanklacht tegen acht mannen die ervan worden verdacht dat zij tot een uiterst gewelddadige liquidatiebende hebben behoord, die zou worden geleid door de voortvluchtige Ridouan Taghi. Het gaat onder meer om de liquidatie van Ranko Scekic, die in juni 2016 werd doodgeschoten op de Kretadreef in Utrecht.
Eerder werd al bekend dat politie en justitie de moord op Scekic toeschrijven aan Taghi en diens eveneens gezochte rechterhand Saïd Razzouki. Scekic werd geëlimineerd kort voordat hij moest getuigen in een grote strafzaak rond een liquidatiebende. Ook op andere getuigen in die strafzaak (26Koper) zou door Taghi zijn gejaagd.
De nieuwe formele verdenking werd woensdag door het Openbaar Ministerie bekendgemaakt tijdens een tussentijdse zitting tegen de acht verdachten. Onder hen is de kroongetuige Nabil B. Door zijn verklaringen is dit telkens uitdijende onderzoek-Marengo aan het rollen gekomen. Justitie verdenkt B. onder meer van een actieve rol bij de moord op Scekic. B. zal vermoedelijk vanaf juni op zitting kunnen worden gehoord.
Volgens het OM beginnen de uiteindelijke „contouren” van de strafzaak zich af te tekenen. Op dit moment staan er drie liquidaties en vijf pogingen op de aanklacht. Naast de moord op Scekic gaat het om de ‘vergismoord’ op Hakim Changachi (Utrecht, januari 2017) en de moord op Samir Erraghib (IJsselstein, april 2016). De moord op misdaadblogger Martin Kok (december 2016, Laren) wordt ook aan Taghi c.s. gekoppeld, maar die zaak wordt apart behandeld door een andere rechtbank.
Volgens het OM wordt er volop gezocht naar Taghi en Razzouki. Mochten zij uit handen van justitie weten te blijven, dan is niet uitgesloten dat zij bij verstek zullen worden berecht. De afgelopen maanden zijn nog eens drie verdachten aangehouden. Zij zullen samen met de acht anderen terechtstaan, aldus het OM.