Bloedigste aanslag sinds machtsoverdracht in Irak
Bij de bloedigste aanslag sinds de machtsoverdracht in Irak een maand geleden zijn in Baquba woensdag zeker 68 mensen om het leven gekomen. Bij aanslagen en gevechten elders in Irak vielen nog eens tientallen doden en gewonden.
De zelfmoordaanslag werd gepleegd bij een politiebureau in Baquba, dat 55 kilometer ten noorden van Bagdad ligt. De dader bracht zijn minibus met daarin de explosieven tot ontploffing bij het gebouw in het centrum van de stad, waar ook een drukke markt ligt.
Op het moment van de ontploffing hadden zich honderden jongeren verzameld voor het bureau om zich aan te melden voor een baan bij de politie. Verder waren veel mensen op weg naar hun werk of gingen inkopen doen op de markt.
De gigantische explosie liet een spoor van vernieling achter. De directe omgeving lag bezaaid met lijken, vaak onherkenbaar verminkt, en tientallen mensen schreeuwden om hulp. Het politiebureau bleef door een hoge betonnen omheining relatief ongeschonden, de gebouwen eromheen liepen zware schade op.
Zeker 21 doden waren inzittenden van een bus die op het moment van de explosie langsreed en uiteen werd gereten. Later op de dag meldde de Iraakse minister Alaadin Alwan van Volksgezondheid dat in totaal 68 mensen om het leven waren gekomen en 58 personen gewond waren geraakt. Ziekenhuizen in Baquba kwamen mensen en materieel tekort, waardoor artsen uit andere plaatsen bij moesten springen.
Baquba is het afgelopen jaar vaak getroffen door bomaanslagen. Veel daarvan waren gericht tegen de Iraakse politie en de Nationale Garde, die het Iraakse verzet beschouwt als collaborateurs van de Verenigde Staten en andere buitenlandse troepen in het land.
De verantwoordelijkheid voor de aanslag van woensdag in Baquba is nog niet opgeëist. De politiechef van Baquba zei dat de Koerdische radicale moslimgroepering Ansar al–Islam of Al–Tawhid wa al–Jihad, de groepering van de Jordaanse terroristenleider Abu Musab al–Zarqawi, achter de aanslag zit. Beide groepen zitten volgens de Amerikanen achter een reeks van aanslagen in Irak.
Bij Fallujah, circa 30 kilometer ten westen van Bagdad, zijn woensdag vier Iraakse politiemensen om het leven gekomen toen op een brug in Habaniah, even ten westen van Fallujah, een bom ontplofte. Een politieman raakte gewond. De ontploffing deed zich voor toen een Amerikaans konvooi en een patrouille van de Iraakse politie op de brug elkaar tegemoet reden. In dezelfde omgeving kwamen woensdag twee Amerikaanse militairen om het leven toen ze werden aangevallen door onbekende strijders.
Bij gevechten met het Iraakse leger en de multinationale troepenmacht ten zuiden van Bagdad zijn woensdag ongeveer 35 rebellen om het leven gekomen. „Ongeveer 35 leden van anti–Iraakse groepen zijn gedood en meer dan veertig gearresteerd", zo liet het Amerikaanse leger in een verklaring weten. Aan de gezamenlijke aanval bij de stad Sueira namen Oekraïense, Amerikaanse en Iraakse troepen deel. Onder hen vielen geen slachtoffers.
Gewapende mannen hebben woensdag de drie zonen van de gouverneur van de Iraakse provincie al–Anbar ontvoerd. Dat heeft de politie meegedeeld. De mannen waren de woning van de gouverneur in Ramadi, ongeveer 100 kilometer ten westen van Bagdad, binnengedrongen. De drie zonen zijn tussen de 15 en 30 jaar oud.
Het is voor zover bekend de eerste keer dat opstandelingen in Irak familieleden van Iraakse bestuurders hebben ontvoerd. De Iraakse politie en leden van de internationale troepenmacht zijn in de regio een zoektocht begonnen naar de ontvoerders. De provincie al–Anbar geldt als brandhaard van (soennitisch) verzet.