„De bloedbehoefte bij een inzet vooral bij een hoog geweldsniveau is niet veilig gesteld,” schrijft de inspectie in haar jaarverslag. Van een hoog geweldsniveau in Irak is nu nog geen sprake, maar dat kan veranderen, aldus Van den Burg.

Het ministerie van Defensie wijst erop dat de inspectie niet over Irak rept, maar over de situatie bij de hele krijgsmacht. Een woordvoerder van de landmacht zegt dat sinds maart een uiterst modern mobiel ziekenhuis in containers in Irak staat, waar een moderne bloedbank onderdeel van is. „Zelfs de Amerikanen en Britten maken daar nu wel eens gebruik van.”

Volgens de inspectie is de militaire bloedbank niet bekend met de bloedbehoefte van de krijgsmachtdelen. Bovendien zijn de bloedwasmachines bij de krijgsmachtdelen verouderd. De inspectie pleit voor meer analisten en een minder vrijblijvende opleiding van het personeel.

Defensie stelt dat de behoefte aan bloed bij een grootschalig conflict in Nederland nog niet formeel is vastgesteld, maar dat er op basis van werkafspraken tussen medici wel een strategische voorraad aanwezig is. Dat bloedwasmachines, die donorbloed geschikt maken voor gebruik, niet van het nieuwste type zijn, wil niet zeggen dat ze onbruikbaar zijn. De opleiding van het medisch personeel kan beter, erkent Defensie. Daar wordt inmiddels aan gewerkt.

De Inspecteur Militaire Gezondheidszorg, Van Ankum, komt in zijn beschouwing bij het jaarverslag niet terug op zijn bevindingen. Dat doet ook staatssecretaris Van der Knaap niet in zijn brief aan de Tweede Kamer over het jaarverslag. Vakbondsvoorzitter Van den Burg tilt er niettemin zwaar aan. Wat hem betreft worden geen militairen ingezet bij een hoog geweldsniveau voordat de problemen bij de bloedbank zijn opgelost.