Beatrix opent Rembrandtjaar
Prinses Beatrix heeft in het Mauritshuis in Den Haag het themajaar Rembrandt & de Gouden Eeuw geopend. Het is 4 oktober 350 jaar geleden dat de kunstenaar overleed. Tal van musea organiseren speciale exposities. In het Mauritshuis is dat om te beginnen Rembrandt en het Mauritshuis.
Deze expositie toont alle achttien schilderijen van het Mauritshuis die ooit als een Rembrandt zijn verworven: elf echte, vijf afvallers en de twee twijfelgevallen die weer worden onderzocht.
Het Mauritshuis wil met de expositie laten zien hoe er in de loop der tijden tegen Rembrandts werk is aangekeken en hoe ermee is omgesprongen. Beatrix werd er woensdag verwelkomd als officiële eerste bezoekster. Juist op de dag dat haar zus Christina in New York een Rubens liet veilen, werd ze rondgeleid langs onder meer De anatomische les. Haar voorvader koning Willem I hield de dreigende veiling van dit werk tegen en wist te regelen dat het in zijn geliefde Mauritshuis kwam.
Niet iedere Oranje ging voorzichtig met de Rembrandts om: stadhouder prins Willem IV liet de hoeken van Het loflied van Simeon afzagen, want een ronde top paste beter naast een werk van Gerrit Dou dat ook ronde hoeken had. Ook Het Loflied bevindt zich nu in het Mauritshuis.
Het Rijksmuseum en het Rembrandthuis in Amsterdam, De Lakenhal in Rembrandts geboorteplaats Leiden en nog andere musea komen met een of meer exposities in het kader van het herdenkingsjaar. NBTC Holland Marketing verwacht dat het evenement 600.000 mensen op de been zal brengen, van wie 250.000 uit het buitenland. Die zouden samen 175 miljoen gaan spenderen aan hun direct aan Rembrandt gerelateerde bezoeken.
„Rembrandt is niet dood, hij leeft nog elke dag”, aldus Rijksmuseum-directeur Taco Dibbits voorafgaand aan de opening over al die belangstelling. Het Rijks toont vanaf half februari alle werken van de meester uit de eigen collectie voor het eerst tegelijk: 22 schilderijen, zestig tekeningen en driehonderd prenten.
Mauritshuis-directeur Emilie Gordenker vindt het herdenkingsjaar een ideale gelegenheid om Rembrandt in „de context van vandaag” te kunnen laten zien. Lakenhal-directeur Meta Knol zegt dat we nog altijd onder de indruk zijn van de tovenaar Rembrandt, maar stelt de vraag of we hem een genie moeten noemen: „Hij heeft het moeten leren, het was een strijd.”