Geen sociaal leenstelsel
Het is beter het huidige studiefinancieringsstelsel aan te passen dan er een sociaal leenstelsel van te maken, stelt drs. Gert van Veldhuizen.
Het Centraal Planbureau heeft de politiek opgeroepen studenten meer te laten betalen voor hun onderwijs. Een jaar wetenschappelijk onderwijs zou afgestudeerden naar schatting gemiddeld 7 tot 9 procent meer loon opleveren. Met deze cijfers in het achterhoofd ziet het CPB ruimte voor een verhoging van de private bijdrage aan het hoger onderwijs. Omdat dit de toegankelijkheid van het hoger onderwijs negatief kan beïnvloeden, stelt het CPB een sociaal leenstelsel voor.
In het huidige stelsel van studiefinanciering wordt studenten een toelage verstrekt, die onder bepaalde voorwaarden het karakter van een gift kan krijgen. De basisbeurs, de OV-studentenkaart en de eventuele aanvullende beurs hoeven niet te worden terugbetaald als de student binnen tien jaar een afsluitend getuigschrift heeft behaald. De aanvullende studielening moet altijd worden terugbetaald.
In een sociaal leenstelsel wordt elke toelage die de overheid verstrekt, beschouwd als een lening. Na de studie wordt de lening terugbetaald. Het ’sociale’ element van het leenstelsel is dat straks alle afgestudeerden terugbetalen naar inkomen, zoals nu ook gebeurt bij studenten die hun studielening moeten terugbetalen. Het verschil is dat de studieschuld veel hoger wordt omdat de basisbeurs als gift verdwijnt. De gift wordt niet op voorhand gegeven (ex ante), maar pas als blijkt dat de student na zijn studie over onvoldoende middelen beschikt om zijn studielening te kunnen terugbetalen (ex post).
Belastingen
De SGP-jongerenorganisatie plaatst een aantal kritische kanttekeningen bij dit voorstel. Met de komst van een sociaal leenstelsel verwordt het terugbetalen van de lening tot inkomenspolitiek. Het is de vraag of het deze kant op moet. Het aanwenden van het studiefinancieringsstelsel voor inkomensnivellering is niet verstandig. De overheid moet met de inrichting van het belastingstelsel inkomenspolitiek bedrijven. Daar is het studiefinancieringsstelsel niet voor nodig.
De SGP-jongerenorganisatie staat positief tegenover het prikkelen van studenten om sneller en efficiënter te studeren. De invoering van de prestatiebeurs (en de daarmee gepaard gaande verkorting van de periode dat studenten een beurs krijgen van 5 naar 4 jaar) is een goed middel gebleken om studieprestaties te verbeteren en de voortijdige uitval tegen te gaan. De kans dat studenten voor 1 februari van het eerste studiejaar stoppen met hun opleiding is met 2 procent gedaald. Ook halen studenten 5 procent meer vakken dan degenen die hun studie begonnen zijn voor de invoering van de prestatiebeurs in 1996. Het is de vraag of invoering van het sociaal leenstelsel net zo bijdraagt aan een verbetering van de prestaties. Is het niet gewoon een bezuinigingsmaatregel om de overheidsbijdrage aan het hoger onderwijs te verlagen in plaats van een middel om de prestaties te verbeteren?
Ten slotte kan ook bezwaar worden aangetekend tegen het ’verplichte’ karakter van de lening. Op dit moment kan de student namelijk nog studeren zonder een studieschuld op te bouwen. In het voorgestelde stelsel lijkt dit onmogelijk te worden. De SGP-jongerenorganisatie is hier niet blij mee. Er wordt te weinig rekening gehouden met de terechte leenangst onder studenten. Uit onderzoek is gebleken dat 27 procent van de middelbare scholieren en studenten aangeeft niet te gaan studeren als de studiefinanciering alleen uit een lening bestaat of als er helemaal geen vorm van studiefinanciering bestaat. We roepen de politiek op de leenangst van studenten serieuzer te nemen dan de leenstimulans van het CPB.
Aanpassing
De discussie rondom de inrichting van een studiefinancieringsstelsel zal na het zomerreces opnieuw opgepakt worden. De SGP-jongerenorganisatie rekent erop dat staatssecretaris Rutte de uitkomsten van de commissie uitgangspunten nieuw studiefinancieringsstelsel (commissie-Vermeend) serieus neemt. Ontwikkelingen als internationalisering, vraagsturing en bachelor/masterstructuur vragen om een adequaat antwoord. Wat de SGP-jongerenorganisatie betreft ligt aanpassing van het huidige stelsel meer voor de hand dan vervanging door het sociaal leenstelsel.
De auteur is jeugdwerkadviseur SGP en lid van de commissie-Vermeend, die een verkenning doet naar de uitgangspunten van een nieuw studiefinancieringsstelsel.