Hemelleven
Johannes 14:2a
„In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen.”
Welaan, laten we deze man Gods navolgen. Laten we de blijdschap van de wereld, de wens der wereld, het trachten en pogen van de wereld, aan de onreine wereld overlaten. Laten de blijdschap van David, de wens van David, de vlijt, studie en precisie van David, onze vreugd, wens en ijver zijn, vooral in deze tijd, waarin wij dagelijks bijeenkomen tot beraadslagingen die zozeer God behagen. Laten die voor de duivel en zijn dienaren hatelijk zijn. Ik verzeker u, voor zover het aan onze zorg over de kerk ligt, dat het aan God niet liggen zal aan ons Zijn genade mede te delen. Indien wij God in deze synode vereren met woorden, werken en raadslagen der waarheid en des vredes, zal Hij ons weer vereren in die grote en heerlijke synode, wanneer dat lieflijk gezelschap van de heilige patriarchen, koningen, profeten, apostelen, en van alle gelovigen binnen het vermakelijk begrip van het hemelse Dordrecht vergaderen zal en, na de eerste beschouwing van de eeuwige glorie, na de eerste smaak van de eeuwige vreugde, zingen zal. Ik verblijd mij over hetgeen ons van de Heere Jezus is gezegd: „Gaat in het huis Mijns Vaders, u van eeuwigheid aan bereid.” Hetgeen wij op aarde gewenst hebben, dat gevoelen wij in de hemel: volle kennis van God in het verstand, volmaakte liefde van God en voor de naaste in het hart.
Abraham Scultetus, hoogleraar in Heidelberg (”Preek op de Synode te Dordrecht”, 1618)