Politiek

Oud-Kamervoorzitter Dolman (1935-2019): streng maar rechtvaardig

PvdA’er dr. Dick Dolman, oud-voorzitter van de Tweede Kamer, is vorige week woensdag op 83-jarige leeftijd overleden. Hij stond bekend als streng maar rechtvaardig.

Dolman stierf na een kort ziekbed, zo maakte zijn familie via een overlijdensbericht in NRC Handelsblad bekend.

28 January 2019 04:31Gewijzigd op 16 November 2020 15:10
Dolman, 1999. beeld ANP
Dolman, 1999. beeld ANP

De PvdA’er hanteerde de voorzittershamer van 1979 tot 1989. Al vanaf 1981 was het CDA de grootste, maar de partij eiste pas in 1989 de voorzittersstoel op.

Dat de PvdA’er zo lang Kamervoorzitter mocht zijn, had alles te maken met de bekwame manier waarop hij de vergaderingen leidde. Hij was streng, maar wel op een rechtvaardige manier. Kritiek op het werk van Kamerleden had hij ook; ze hielden zich naar zijn mening teveel bezig met details. Dolman had een hekel aan lang vergaderen. Hij streefde ernaar om de vergaderingen om 23.00 uur te beëindigen. Onder leiding van Dolmans voorganger, Vondeling, vergaderde de Kamer regelmatig tot diep in de nacht.

Dolman regelde dat vergaderingen van Kamercommissies openbaar werden en het mondelinge vragenuur was zijn idee.

Dolman was van huis uit econoom en stond –zeker voor een PvdA’er uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw– een strak begrotingsbeleid voor. Maar voor het overige hield hij er behoorlijk linkse standpunten op na. In 1970, toen hij net in de Kamer zat, stemde hij met een minderheid van zijn fractie voor erkenning van Oost-Duitsland.

Verder sprak zich uit voor een kiesdrempel, was hij geen fan van het koningshuis en weigerde hij plaats te nemen in een delegatie van Europese parlementsvoorzitters die een ontmoeting zouden hebben met de paus.

In 1990 vertrok Dolman naar de Raad van State. Hij bemoeide zich daarna nauwelijks nog met de actuele landelijke politiek. In 1998 bracht hij op verzoek adviezen uit over de crisis bij politie en justitie en over nazi-goud dat Nederland ontving.

Dolman kon zijn werk als Kamervoorzitter behoorlijk relativeren. In het boek ”Boven de partijen” dat vorig jaar verscheen, stelde hij: „Het is fysiek geen zware baan. Je hoeft geen belangrijke besluiten te nemen en na drie dagen kun je weer uitrusten. Ik heb ook betrekkelijk veel nevenfuncties gehad. Die waren dan voor de vrijdag. Het waren wel lange dagen, die drie dagen. Maar ik was niet doodmoe ofzo. Het was niet echt heel belangrijk werk. Ik lag er nooit wakker van.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer