„Gebruik sociale media stimuleert schrijfvaardigheid jongeren”
Schrijven via sociale media zou jongeren gemakzuchtig, lui en vatbaar voor taal- en spelfouten maken. Niet waar, volgens Lieke Verheijen. Ze promoveerde vrijdag aan de Radboud Universiteit op het effect van sociale media op schrijfprestaties op school.
Een ingezonden brief in een gratis krant in de trein was de aanleiding voor haar promotieonderzoek. „De briefschrijver klaagde over het taalgebruik van de jeugd van tegenwoordig”, vertelt Verheijen (29). „Sociale media zouden de oorzaak zijn van de achteruitgang.”
Is dat wel zo, vroeg de toenmalige studente Engelse taal en cultuur zich af. „Er is in Nederland nauwelijks onderzoek naar gedaan. In het buitenland wel, maar daar kwamen geen eenduidige conclusies uit.”
Verheijen besloot er haar promotieonderzoek aan te wijden. Ze maakte een analyse van het taalgebruik van Nederlandse jongeren op WhatsApp, Twitter, sms en de oude MSN-chat. Vervolgens bekeek ze wat de invloed is van het gebruik van sociale media op hun schrijfopdrachten op school.
Als jongeren elkaar berichten sturen op sociale media, gebruiken ze daarbij woorden en spelling die afwijken van het Standaardnederlands, zag Verheijen. „In de oude MSN-chats waren de verschillen het grootst, in tweets het kleinst. Dat komt waarschijnlijk doordat tweets openbaar zijn. De MSN-chat gebruikten we op de computer, WhatsApp en Twitter vooral via de mobiele telefoon. Daar zitten een ander toetsenbord en een woordvoorspeller op.”
Opstel
Om het effect van sociale media op de schrijfvaardigheid van pubers en jongvolwassenen te testen, liet Verheijen derdeklassers vmbo, havo en vwo en studenten op het mbo en de universiteit een opstel schrijven. Aansluitend aan de schrijftaak vulden de leerlingen een enquête in over hun gebruik van sociale media.
Verheijen ontdekte dat jongeren die veel verschillende sociale media gebruiken beter waren in de schrijftaak. „Het gebruik van sociale media kan schrijfvaardigheid stimuleren”, meent Verheijen. „De meeste jongeren kunnen prima het onderscheid maken tussen informele taal op sociale media en formele taal op school.”
De promovenda ontdekte zelfs een directe invloed van het gebruik van WhatsApp en beter spellen. In een experiment liet ze twee groepen jongeren een schrijftaak uitvoeren. De helft van de jongeren appte vooraf, de andere helft kleurde. Wat bleek? De appende groep maakte minder spelfouten. „Er moeten nog meer studies uitgevoerd worden om te kijken of whatsappen hier de oorzaak van was.”
Om beter te schrijven en te spellen, is het volgens Verheijen belangrijk dat jongeren op WhatsApp en Twitter en in sms’jes „actief” en „creatief” met taal omgaan. „Bijvoorbeeld door woorden te gebruiken die afwijken van het Standaardnederlands.” (zie ”Heeej J wazzup!?! Alles OK?”).
Lang niet alle jongeren zullen echter bewust bezig zijn met creatief schrijven tijdens een doorsnee WhatsApp-gesprek. Volgens Verheijen doet dit het effect niet teniet. „Ook onbewust zijn ze hun schrijfvaardigheid aan het trainen. Jongeren schrijven een woord misschien anders dan volgens de regels zou moeten, bijvoorbeeld zoals het klinkt, maar passen nog wel de letterklankpatronen van de taal toe. Zo zijn ze stiekem bezig met het verband tussen spreken en schrijven.”
Doemdenken
Het onderzoek van Verheijen kreeg vorige week in de Volkskrant de nodige kritiek. „Er is altijd meer vervolgonderzoek nodig”, aldus Verheijen. „Dit is de eerste grote studie die aangeeft dat sociale media niet zo slecht zijn als mensen vaak claimen. Of de omgang ermee meer nut heeft dan andere manieren van taalgebruik, heb ik niet bewezen. Wel dat schrijven via sociale media goed kan zijn voor taalvaardigheid. Doemdenken blijkt niet geheel terecht.”
Heeej J wazzup!?! Alles OK?
Jongeren schrijven in sociale media volgens Verheijen informeler, expressiever, beknopter en speelser.
Informeel: woorden opschrijven zoals ze worden uitgesproken. Hé wordt dan bijvoorbeeld Heeej, boeiend versimpeld tot boeiuh.
Expressief: om schrijftaal dezelfde nadruk mee te geven als spreektaal, gebruiken jongeren extra hoofdletters en herhalen ze letters of leestekens. Geen nee of ja, maar neeee of jaaaa. Vooral uitroeptekens worden vaak herhaald.
Beknopt: om sneller te kunnen typen, verdwijnt soms de tweede helft van een woord of worden nieuwe afkortingen bedacht. Miss voor misschien, sws voor sowieso.
Speelser: al deze manieren maken taal speelser. Een voorbeeld is cijfers schrijven in plaats van letters. Niet wachten, maar w88.