Geen steun voor rekentoets minister Slob
De Tweede Kamer voelt niets voor het plan van minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs om op de middelbare school een tijdelijke rekentoets in te voeren.
„Een leerling leert niet beter rekenen door een rekentoets waar je minimaal een vier voor moet halen. Er moet beter rekenonderwijs komen”, zo stelde D66-Kamerlid Van Meenen woensdag in de Tweede Kamer tijdens een commissievergadering.
Ook het CDA en de meeste oppositiepartijen voelen niets voor het plan van de minister. Coalitiegenoten VVD en ChristenUnie steunen Slob wel, maar die hebben samen geen meerderheid in de Tweede Kamer.
Vijf jaar geleden kwam er een landelijke rekentoets in het voortgezet onderwijs. Die was bedoeld om het rekenniveau van scholieren te verbeteren. Wie geen voldoende haalde, kreeg ook geen diploma. De invoering leidde tot veel protest en daarop besloot de overheid dat de toets niet langer doorslaggevend is. Op dit moment is er wel een verplichte rekentoets, maar het cijfer telt niet mee voor het diploma.
Het huidige kabinet heeft als voornemen om de rekenvaardigheid op te nemen in het vak wiskunde en enkele andere vakken, maar voor de uitwerking van dit plan heeft minister Slob nog enige tijd nodig.
In de tussentijd wil de bewindsman het rekenonderwijs apart blijven toetsen. Hij gaat scholen de vrijheid geven om de toets zelf op stellen. Ze hoeven geen gebruik te maken een model van het Cito. De toets valt onder het schoolexamen en wordt gehouden in het jaar voor het examenjaar. Leerlingen moeten minimaal een vier halen.
De Kamer voelt niets voor deze tussentijdse oplossing, zo bleek woensdag. Waarschijnlijk debatteert de Kamer volgende week in de plenaire zaal opnieuw over de tijdelijke rekentoets. Dan spreken de fracties een eindoordeel uit.