Palestijnse premier Qurei blijft op zijn post
De Palestijnse premier Ahmed Qurei heeft dinsdag zijn ontslagaanvraag ingetrokken nadat de president Yasser Arafat hem beperkt ruimte had gegeven om hervormingen door te voeren. Daarmee lijkt voorlopig een einde te zijn gekomen aan de Palestijnse leiderschapscrisis.
De twee mannen toonden zich na hun onderhoud in het kantoor van Arafat in Ramallah op de Westelijke Jordaanoever, gebroederlijk aan de buitenwereld. Ze kusten elkaar op de wangen en hielden hun handen ineengeslagen omhoog.
Qurei had tien dagen geleden zijn ontslag ingediend, omdat hij gefrustreerd was dat hij geen verantwoordelijkheid kreeg over de Palestijnse veiligheids- en inlichtingendiensten. Arafat weigerde dinsdag opnieuw met het ontslag akkoord te gaan. „De president heeft mijn ontslag afgewezen en ik zal me daarbij neerleggen”, aldus Qurei dinsdag. „Ik hoop dat we nu kunnen samenwerken.” Volgens Palestijnse parlementariërs die bij het gesprek in Ramallah waren, zou Arafat zich bereid hebben getoond een deel van zijn macht over de politie en de interne veiligheidsdienst over te dragen aan Qurei. Dit is een belofte die de president al eerder heeft gedaan. Arafat houdt echter de controle over de belangrijkste veiligheidsdiensten: de inlichtingendienst en de nationale veiligheidsdienst.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell reageerde dinsdag schamper op het einde van de crisis. „We zitten te wachten op daden en niet op verklaringen”. Powell vergeleek de beloftes van Arafat met een „jojo”: ze worden voortdurend ingetrokken.
De crisis begon ongeveer twee weken geleden met een reeks ontvoeringen in de Gazastrook. Hierop nam premier Qurei ontslag. Daarna volgden gevechten tussen de militante al-Aqsa Martelaren Brigades en veiligheidstroepen over de benoeming van een nieuwe veiligheidschef.
Arafat had zijn impopulaire neef Moussa tot veiligheidschef van alle bezette gebieden benoemd. Onder de zware druk kwam Arafat twee dagen van dat besluit terug en kreeg de voorganger van Moussa, Razik al-Majeida, zijn functie terug. De onrust onder de Palestijnen, die hervormingen eisen en een einde aan het nepotisme en de corruptie binnen de Palestijnse Autoriteit, nam daardoor echter nauwelijks af.
Het Israëlische leger heeft dinsdag in het oosten van Gaza-stad twee Palestijnen doodgeschoten. Vijf anderen raakten gewond. De militairen, gedekt door tanks, bulldozers en helikopters, vielen de wijk binnen op zoek naar vermeende Palestijnse terroristen.
De Israëlische minister van Defensie Shaul Mofaz heeft dinsdag opdracht gegeven om het werk aan de ’veiligheidsmuur’ tussen Israël en de Westelijke Jordaanoever te versnellen. Het gaat om de bouw van het zuidelijke deel van de muur, die volgens Israël bedoeld is om Palestijnse zelfmoordenaars tegen te houden.
Mofaz heeft een aantal wijzigingen in de loop van de muur bij Jeruzalem aangebracht. Het Israëlische hooggerechtshof had eerder bepaald dat de Palestijnen die in het gebied leven, onevenredig in hun belangen werden geschaad en dat daarom de bouwplannen moesten worden aangepast.
De Israëlische politie heeft dinsdag joden de toegang tot de Tempelberg in Jeruzalem ontzegd, uit angst voor ongeregeldheden tijdens de herdenking van de verwoesting van de eerste en tweede joodse tempel.
De extreem-rechtse groepering de Gelovigen van de Tempelberg wilde toegang tot de heilige plaats om er een symbolische funderingssteen voor een derde joodse tempel neer te leggen. De Tempelberg is echter ook de op twee na belangrijkste plaats binnen de islam. Daar bevinden zich de al-Aqsa moskee en de Omarmoskee.