Holleeder zwijgt over opname De Vries
Willem Holleeder is maandag niet inhoudelijk ingegaan op vragen over bedreigingen aan zijn adres, waarover hij sprak in de opname die is gemaakt van het telefoongesprek dat hij in april 2011 voerde met Peter R. de Vries.
„Ik beroep me op mijn zwijgrecht. Dat heb ik in het verleden gedaan, dat doe ik nu en dat doe ik in de toekomst”, zei Holleeder tijdens zijn ondervraging over de bedreigingen, die hij eerst op papier uit de doeken deed en waarover hij later uit de school klapte in het gesprek met De Vries.
Holleeder stelde in de brief dat hij was bedreigd door het kantoor van de advocaten van Dino Soerel. Zij zouden een verklaring van Holleeder hebben geëist die Soerel zou ontlasten. Soerel kreeg levenslang in het liquidatieproces Passage. Het advocatenkantoor heeft die aantijging al eerder als onzin betiteld.
„Het is lastig en betreurenswaardig dat u niets wilt zeggen”, aldus aanklager Lars Stempher tegen Holleeder. „In de brief en de opname blijkt dat u absolute dreiging ervaart en dat u niets kunt zeggen omdat u ook familie heeft. Dat vraagt om toelichting.”
Maar Holleeder wilde „ver weg blijven van dit onderwerp”. Hij benadrukte dat hij pas inhoudelijk met De Vries besloot te praten na diens verzekering dat hij niets met de informatie of de bandopname zou doen. „Vroeger was zijn woord veiliger dan je geld op de bank.” Hij noemde het „de eigen verantwoordelijkheid” van De Vries de opname naar buiten te brengen. „Ik wil daar niks op of bij leggen.”
De ondervraging van Holleeder, die op andere onderdelen wel bereid is te praten, gaat maandagmiddag verder.