Meer dan duizend doden door overstromingen in Zuid–Azië
In het door overstromingen geteisterde oosten van India zijn maandag meer dan honderd lichamen geborgen. Het waterpeil is er na vier dagen enigszins gedaald. In het buurland Bangladesh zijn nog eens 58 mensen omgekomen door verdrinking, ziekte en slangenbeten. Tweederde van het land staat onder water. In heel Zuid–Azië is het dodental als gevolg van de overstrominen opgelopen tot meer dan duizend.
In de Indiase deelstaat Bihar zijn sinds juni 485 doden geteld. De lijken in staat van ontbinding kwamen door het terugtrekkend water aan de oppervlakte. In de noordoostelijke staat Assam werd nog zeven verdronken opvarenden van een gekapseisde boot gevonden. Zondag waren al tien slachtoffers geborgen.
In Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh, wordt met man en macht gewerkt om te voorkomen dat nog meer gebieden worden overstroomd. Hulpverleners van de regering en vrijwilligers delen voedsel, medicijnen en kleren uit aan dakloos geworden mensen. Toch klaagden veel mensen dat er niet genoeg hulp is en dat er vooral gebrek is aan schoon water.
In totaal zijn er in Bangladesh 285 verdronken. In Nepal staat het dodental op 102, in India op 686 en in Pakistan op vijf. In heel Zuid–Azië zijn nu 1.078 slachtoffers gevallen. Vorig jaar stierven er in Zuid–Azië vijftienhonderd mensen tijdens de moessonperiode, die van half juni tot half oktober duurt.