Maduro beëdigd als president Venezuela
Nicolás Maduro is donderdag in het hooggerechtshof van Caracas opnieuw beëdigd als president van Venezuela. De socialistische staatsman kreeg vorig jaar bij omstreden verkiezingen, waar serieuze oppositie ontbrak en sprake was van malversaties, een tweede termijn van zes jaar. Hoewel het land steeds verder in het moeras zakt, zwoer Maduro zijn beleid voort te zetten en „het socialisme van de 21e eeuw op te bouwen”.
Volgens een groot deel van de internationale gemeenschap is Maduro een dictator die onrechtmatig aan de macht is gekomen. De VS en de EU hebben een reeks sancties getroffen tegen de regeringskopstukken van het Zuid-Amerikaanse land, dat zeer olierijk is maar niettemin al jaren in een diepe crisis verkeert.
De olieproductie, waarvan Venezuela voor 95 procent van de inkomsten afhankelijk is, is teruggevallen van 3,5 miljoen tot amper 1 miljoen vaten per dag. Door valutagebrek en hyperinflatie is er een ernstig tekort aan van alles. Naar schatting drie miljoen Venezolanen zijn gevlucht. Volgens het onderzoeksinstituut Brookings kan dat oplopen tot boven de 8 miljoen, meer mensen dan er Syrië verlieten wegens het oorlogsgeweld.
De Paraguayaanse president Mario Abdo reageerde onmiddellijk nadat Maduro de eed had afgelegd met het sluiten van zijn ambassade in Venezuela. Alle diplomaten worden teruggehaald. De Amerikaanse buitenlandminister Mike Pompeo en veiligheidsadviseur John Bolton herhaalden nog eens dat de VS Maduro’s leiderschap niet erkennen. De EU verklaarde dat de stembusgang van mei 2018 „vrij noch eerlijk” was en de uitslag „allesbehalve geloofwaardig”.