De politie mag uit DNA-sporen al opmaken of een verdachte man of vrouw is en welke kleur haar en ogen hij of zij vermoedelijk heeft. Ook een heel uitgesproken huidskleur kon al worden vastgesteld, maar allerlei tussentinten bleken nog heel moeilijk te onderscheiden. Dat is „sinds kort” anders, schrijft Grapperhaus aan de Tweede Kamer. Daarom wil hij ook die mogelijkheid nu in de wet opnemen.

Met deze informatie kan de politie een duidelijker signalement opstellen. Zo hoopt zij een voortvluchtige verdachte of een onherkenbaar slachtoffer gemakkelijker te identificeren.

Speciale forensische rechercheurs mogen straks ook al ter plekke DNA-onderzoek verrichten. Met mobiele apparatuur kunnen ze bijvoorbeeld na een terroristische aanslag een gevonden DNA-spoor onmiddellijk ‘inlezen’. Het laboratorium kan dan mogelijk meteen een verdachte identificeren. Dat maakt het makkelijker voor de politie om de dader aan te houden voor hij nog meer slachtoffers maakt. Zodra de wet is gewijzigd, gaan twee politieteams met de nieuwe mogelijkheden proefdraaien.