Bruinsma kreeg bij het referendum 16.019 stemmen (56,47 procent), terwijl zijn opponent, burgemeester F. H. Buddenberg van Sassenheim, 12.349 stemmen (43,53 procent) kreeg. De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen was in Vlaardingen ruim 52 procent, maar voor het referendum lag het percentage op 49,2 procent. Niet iedereen wilde zijn stem voor het referendum uitbrengen.

De gemeenteraad ging ook akkoord met het voorstel om het budget voor het referendum, dat eerder was begroot op € 30.000, te verhogen naar €. 100.000. Tegen deze verhoging stemden VV2000/Leefbaar Vlaardingen, CU/SGP-raadslid M. den Hollander en de gehele VVD-fractie, inclusief wethouder van Financiën H. C.J. Roijers. Roijers had reeds eerder in de plaatselijke pers zijn ongenoegen geuit over de hoge uitgaven die zonder overleg met hem en de gemeenteraad werden gedaan ten behoeve van de campagne van beide burgemeesterskandidaten.

Waarnemend burgmeester L. Vleggeeert beloofde bij de hogere overheden te proberen zo veel mogelijk geld los te krijgen, omdat het burgemeestersreferendum een testcase is voor komende referenda voor het burgemeestersambt. Samen met de kleinere gemeente Best in Noord-Brabant was Vlaardingen de eerste gemeente die van de nieuwe mogelijkheden in de wetgeving gebruikmaakte voor de benoeming van een burgemeester.

Bruinsma (50) die nu wordt voorgedragen, is vanaf 1994 raadslid en wethouder in de gemeente Groningen. Daaraan voorafgaand was hij van 1990 tot 1994 directeur reclassering Groningen/Noord-Nederland. Volgens de vertrouwenscommissie is Bruinsma „een oorspronkelijke en open persoonlijkheid, die uitstekend als burgemeester van Vlaardingen zal passen. Hij heeft de ambitie om een voor iedereen zichtbare, benaderbare en toegankelijke burgemeester te zijn. Als wethouder en loco-burgemeester van een grote gemeente met centrumfunctie heeft hij voldoende bestuurlijke ervaring.”