Dat bericht de Duitse persdienst Idea. In december 2004 zal op een EU-top over de eventuele toetreding van Turkije worden beslist. De IGFM roept de EU op strak de hand te houden aan de toetredingscriteria, waartoe onder meer gelijke rechten voor alle burgers behoren.

Alle hervormingsvoorstellen ten spijt moet worden getwijfeld aan de wil van de Turkse regering om deze door te zetten, schrijft de organisatie op haar website (www.igfm.de). „Van een gelijkstelling van de christelijke minderheid in Turkije ten opzichte van de grote islamitische bevolkingsmeerderheid is ondanks hervormingswetten, gemaakte vorderingen en toezeggingen van minister-president Erdogan, bijvoorbeeld tijdens zijn bezoek aan Berlijn op 3 september 2003, tot op heden geen sprake.”

Aanleiding tot de stellingname van de IGFM was de verjaardag van het Verdrag van Lausanne van 24 juli 1923, afgelopen zaterdag. Dit verdrag bepaalt onder meer dat niet-islamitische Turkse staatsburgers dezelfde burgerlijke en politieke rechten genieten als moslims.

Het percentage christenen in Turkije daalde in de loop van de twintigste eeuw als gevolg van volkerenmoord, verbanning en vervolging van rond de 20 procent tot 0,3 procent. De overgebleven circa 80.000 Armeense en rond de 15.000 Syrisch-orthodoxe christenen genieten tot op heden niet dezelfde rechten als de moslims, stelt de IGFM.

De organisatie wijst in dit verband ook op de moord op de christelijke burgemeester Gevriye Aslan, op 17 juli, in het Turkse dorp Dayro Du Slibo. Volgens haar bewijst deze aanslag dat christenen die op uitnodiging van de Turkse regering naar hun dorpen terugkeren hun leven en eigendommen niet zeker zijn. De IGFM verzoekt de EU deze tegen de mensenrechten indruisende onderdrukking van leven en cultuur van de Turkse christenen blijvend aan te kaarten bij de Turkse regering.

Ook het Instituut voor Islamvragen van de Duitse Evangelische Alliantie signaleert een nog altijd voortdurende achterstelling van christenen in Turkije. Zogeheten EU-harmoniseringswetten van de Turkse overheid, met daarin neergelegd regelgeving ten behoeve van de godsdienstvrijheid, hebben tot nu toe niet geleid tot een verbetering van de omstandigheden waarin christenen verkeren. Evenals voorheen komt onteigening van kerkelijke bezittingen voor. Met name Armeense stichtingen zijn daarvan het slachtoffer. Bovendien verhinderen ambtenaren met gecompliceerde en bijna onmogelijke richtlijnen de bouw van kerken. Het opleiden van geestelijken is al sinds 1970 verboden.

Hier komt, aldus de Evangelische Alliantie, nog bij dat de Turkse overheid de moord op 1,5 miljoen Armeniërs en zo’n 500.000 Assyrische christenen tijdens de Eerste Wereldoorlog blijft doodzwijgen. Alleen al het noemen ervan wordt strafrechtelijk vervolgd.

Het in 1999 opgerichte Instituut voor Islamvragen beoogt christenen beter te informeren over de islam en hen toe te rusten voor een dialoog met moslims. De leiding is in handen van de islamwetenschapper Christine Schirrmacher uit Bonn en de islamkenner Andreas Maurer uit Uster (Zwitserland). Directeur van het instituut is ds. Horst Marquardt uit Wetzlar.

Fel tegenstander van de toetreding van Turkije tot de Europese Unie is ook de eurofractie ChristenUnie-SGP. „Onder de vleugels van het Presidium voor Religieuze Aangelegenheden verschaft de Turkse Republiek de soennitische hoofdrichting van de islam ruime maatschappelijke ontplooiingsmogelijkheden”, zei europarlementariër drs. B. Belder in april tijdens een debat in Straatsburg. „Kom daar eens om bij de christelijke kerken in Turkije! Tot op de dag van vandaag moeten zij de essentiële status van rechtspersoonlijkheid ontberen.”