Raddraaier en gemeente aan zet bij aanpak vuurwerkgeweld
Een meldplicht voor relschoppers, hogere straffen, een vuurwerkverbod. Politie en politici gooien allerlei suggesties in de strijd om raddraaiers tijdens oud en nieuw aan te pakken. Een mentaliteitsverandering is nodig, bij burgers en de politiek.
Premier Rutte had het nog zo gezegd. „Maak er met elkaar een mooie avond van”, twitterde hij op oudjaarsdag. „En laat onze hulpverleners hun werk doen zodat we op een feestelijke manier Oud & Nieuw kunnen vieren.” Resultaat een dag later: twee doden, 15 tot 20 miljoen euro schade, een verdubbeling van het aantal geweldsincidenten tegen de politie.
Stop met knalwerk en vuurpijlen, bepleitte korpschef van de Nationale Politie Erik Akerboom woensdagavond bij Nieuwsuur. Zijn pleidooi klonk niet voor het eerst. Drank, drugs en vuurwerk zijn een slechte combinatie, stelde de korpschef. „Helaas wordt oud en nieuw een slechte traditie van geweld.”
Akerboom wees erop dat niet alleen de klassieke hooligans zich schuldig maken aan ongeregeldheden. Ook de gewone burger misdraagt zich vaker. „Het vuurwerkgeweld verbreedt zich.” Een feest waarbij zo veel doden en gewonden vallen, waarbij zo veel schade is en de politie wordt bekogeld, is geen leuke traditie meer maar „een mislukking.”
Nu de jaarwisselingsagressie is bekoeld, blijft één vraag in de lucht hangen: wat doen we eraan?
Volgens Akerboom is er meer nodig dan alleen een verbod. „Het gaat ook om de verantwoordelijkheid van de feestvierders zelf.” Een mentaliteitsverandering dus.
Roekeloos
De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) concludeerde vorig jaar al dat verstoringen van de openbare orde tijdens de jaarwisseling „talrijk, hardnekkig en moeilijk te bestrijden” zijn. De raad beval een verbod aan op knalvuurwerk dat uitnodigt tot „roekeloos gedrag” naar omstanders of hulpverleners tijdens „het onveiligste feest van het jaar.”
Aan een landelijk verbod brandt het kabinet zijn vingers echter niet. De ChristenUnie wilde wel, maar CDA en VVD niet. De goeden moeten niet onder de slechten lijden, sprak het kabinet later eensgezind.
De coalitie kwam met een compromis: laat gemeenten zelf een vuurwerkverbod instellen. Zij kunnen volgens minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid het beste bepalen of zo’n verbod verstandig is.
De OVV reageerde kritisch op de houding van het kabinet. „De huidige maatregelen leiden niet tot een structurele daling van slachtoffers, incidenten en schade.” De raad stelde vast dat de onveiligheid door vuurwerk blijft bestaan. En dat bleek maar weer in de nacht van maandag op dinsdag.
Afwijking
„Er wordt tijdens de jaarwisseling zó massaal gestunt met vuurwerk dat de kans dat het een keer misgaat, heel groot is”, stelt dr. Menno van Duin, lector crisisbeheersing bij het Instituut Fysieke Veiligheid, donderdag in het Reformatorisch Dagblad. „We moeten af van deze Hollandse afwijking”, vindt hij.
Landelijke regels zullen het wangedrag voorlopig niet beteugelen. De sleutel ligt vanaf 2019 bij gemeenten: zij kunnen de kans grijpen om oudejaarsgeweld aan banden te leggen met een lokaal verbod.
Zie ook pagina 4.