”Stille nacht”: al 200 jaar het lied voor kerstavond
Het lied ”Stille nacht” klonk voor het eerst op kerstavond 1818 in het Oostenrijkse Obendorf. De kerk waarin dat gebeurde, is vervangen door een kapel; de zogeheten ”Stille nachtkapel”.
Joseph Mohr schreef het lied en Franz Gruber componeerde de muziek. Maar echt bekend werd het door de families Rainer en Strasser.
De Strassers verkochten handschoenen op de markt, waarbij ze ook liederen zongen. ”Stille nacht” raakte de mensen. De familie Rainer werd uitgenodigd om het lied voor de Russische tsaar en de Oostenrijkse keizer te zingen.
Inmiddels is het lied meer dan 350 keer vertaald en gaat ook de commercie ermee aan de haal. Maar in de Oostenrijkse bergen komt het lied anders tot je dan uit de luidsprekers van een supermarkt.
In de Eerste Wereldoorlog, in 1914, zongen soldaten het lied in de loopgraven. Het ging als een ”wave” over het slagveld. De vijanden kwamen uit hun stellingen en schudden elkaar de hand, hoewel daar eigenlijk de doodstraf op stond. Tragisch genoeg begon na Kerst het schieten weer.
In de Tweede Wereldoorlog zongen Churchill en Roosevelt op kerstavond het lied samen met de verzamelde menigte in Amerika.
Dit jaar zingt Oostenrijk op kerstavond opnieuw ”Stille nacht”. Niet eerder, niet later. De traditie schrijft voor dat dit lied uitsluitend voor 24 december is.