Engelen: ongeziene gasten in de kerk
Geen heilsfeit zonder engel. Moeilijk voorstelbaar is het dat de komende kerkdiensten voorbij zullen gaan zonder dat in de preek een engel voorbijkomt. Sterker, waar de dienst van de verzoening verkondigd wordt, zijn ze zelf aanwezig (1 Kor. 11:12). Dat is niet de kwestie. Maar hoe merk je dat als kerkganger?
We zijn het denken over engelen en duivelen sinds de Verlichting wat verleerd. Het is moeilijk voor te stellen dat deze geesten deel uitmaken van onze werkelijkheid. Dat ze reëel aanwezig zijn en ons denken, beslissen en voelen beïnvloeden. Puriteinen hadden daar meer zicht op. Isaac Ambrosius (1604-1664) wijdde in zijn bekende ”Het zien op Jezus” een apart gedeelte aan de invloed van engelen op ons denken (p. 393-395). „Engelen weten volkomen hoe onze geesten (…) bewogen moeten worden.”
Eigenlijk is het wel bijzonder dat tijdens Kerst de engelen van Efratha er zullen zijn. „Als Christus aanwezig is in de kerk, is Zijn hofhouding er ook.” Engelen zijn de ongeziene gasten tijdens de kerstdienst. Het is de moeite waard om daarbij stil te staan. Er zijn namelijk ook andere ongeziene gasten de kerk binnengeslopen: duivelen. Zij strooien er de ‘ja maars’ van ‘dat is niet voor jou’. Ze wekken voortdurend onze kritische gedachten over de preek of de prediker. Ze laten ons zo het pad aanstampen waarop het zaad van het Woord valt.
Wat een bemoedigende gedachte dat er ook engelen zijn. Ook zij beïnvloeden ons denken. „Wie kan zeggen hoe vaak en hoe gepast een belofte, een waarschuwing, een aanwijzing uit of instemming met het Woord van God, in onze gedachten wordt geworpen door deze vriendelijke boodschappers van de liefde van onze Vader”, aldus John Newton in een brief over dit onderwerp (Works, I, 299).
Talloze engelen worden aanstaande zondag weer uitgezonden om te dienen. Te helpen bij concentratie, om een sterke indruk te geven van wat waarachtig is, om gebeden in het hart te laten opstijgen, om de troost van de Geest naar binnen te brengen en Gods gemeente in dit alles te beschermen tegen de grip en de invloed van duivelse machten.
Is het verlichten van het verstand dan niet het werk van de Heilige Geest? Ja. Het zou een grote vergissing zijn om tot engelen te gaan bidden. Engelen willen niet tussen de Geest en de gelovige in staan. Ze hebben geen recht op onze gebeden en onze hoop. Hoewel Ambrosius ervan overtuigd is dat sterke inwendige gedachten tot heiligheid en gehoorzaamheid ons gewoonlijk toevallen door de engelen, wil hij het volle licht laten vallen op de Geest van Christus. „Engelen zijn als regenbakken, de Geest is de fontein.”
Dat neemt niet weg dat het goed en heilzaam is om na te denken over de dienst van deze miljoenen en miljoenen engelen. Wat is de Heere van de legerscharen machtig! Wat een bescherming, wat een zorg van onze hemelse Vader voor Zijn kinderen.
Nog een paar dagen, dan is het Kerst, en nog een paar stappen, dan komt de Heere Jezus terug op de aarde. In dat eindgericht wacht een belangrijke taak voor de engelen. Ze zullen de ongelovigen verzamelen voor het eeuwige vuur. Gods kinderen worden binnengeleid in heerlijke zalen, waar ze samen met hun broeders, de engelen, eeuwig lof en eer zullen toebrengen aan dit Kind van Bethlehem.
De auteur is eigenaar van een adviesbureau voor mediation, coaching en training. Reageren? welbeschouwd@refdag.nl