Overeem: Normen voor politici niet steeds uitbreiden
Samenleving en politiek moeten de integriteitsregels voor politici en bestuurders niet voortdurend uitbreiden, al was het maar omdat meer normen ook tot meer overtredingen leiden.
Dat zegt Patrick Overeem, universitair docent politieke theorie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, vandaag in het Reformatorisch Dagblad.
Overeem is kritisch over één van de voorstellen van de commissie-Remkes, die vorige week een advies uitbracht over verbeteringen in ons parlementaire stelsel. Remkes wil dat Eerste en Tweede Kamerleden voortaan niet meer mogen stemmen over thema’s en wetsvoorstellen waar zij zelf voordeel bij zouden kunnen hebben.
Overeem zou er „heel voorzichtig mee zijn” die weg in te slaan. „Hoe ga je dan precies vaststellen of een Kamerlid ergens voordeel van heeft? Ik denk dat je hier erg mee moet oppassen. De laatste decennia zijn er voor politici en bestuurders veel geschreven en ongeschreven normen bijgekomen. Die ontwikkeling heeft riskante aspecten. In zijn algemeenheid geldt: hoe meer normen, hoe meer schendingen van die normen.”
Overeem noemt de zoektocht van maatschappij en politiek naar een steeds verfijnder systeem van gedragsregels „eindeloos”. „En welk probleem lost het op? Zijn er dan aanwijzingen dat er in Nederland op dit punt structureel zaken misgaan? Ik ken die voorbeelden niet. We kunnen wel proberen politiek en bestuur steeds schoner te wassen, maar uiteindelijk voedt het almaar verder uitbreiden van de normen alleen maar het wantrouwen.”
Volgens de wetenschapper moet het in de politiek „eerst gaan om zelfbeheersing, om innerlijke vorming, om het geweten. Daarna komt onderling toezicht, elkaar aanspreken. Pas in laatste instantie moeten geschreven, afdwingbare normen in beeld komen.”