Eind juni vond bij het Puttense bedrijf, dat voedselresten bewerkt voor de diervoederindustrie, een calamiteit plaats die ernstige stankoverlast voor de omgeving opleverde. Hamstra had een partij knoflook aangenomen om te verwerken. De knoflook stonk zo dat er uit de omgeving honderden klachten kwamen.

Volgens de Raad van State is het ongeval niet meer dan een incident. De provincie Gelderland mag daartegen niet het allerzwaarste middel van bedrijfssluiting inzetten, aldus de Raad van State.

Hamstra heeft het riekende spul, dat inmiddels vermengd was met 350 ton andere afvalstoffen, versneld afgevoerd. Voor de provincie was met deze calamiteit de maat echter vol. Het provinciebestuur stelt dat Hamstra doorlopend overlast veroorzaakt, met als triest dieptepunt een explosie twee jaar geleden die twee medewerkers het leven kostte.

Sinds de explosie heeft Hamstra geen geldige vergunning meer. Het bedrijf mocht van de provincie openblijven op voorwaarde dat er geen overlast zou worden veroorzaakt. Na het knoflookincident vaardigde de provincie eind vorige maand een sluitingsbevel uit.

Deze beslissing betekende dat Hamstra pas weer open kan als er een nieuwe milieuvergunning is verleend. Dat kan maanden duren. De Raad van State vindt dit te ver gaan, temeer omdat de aanvraag voor een nieuwe milieuvergunning inmiddels door de provincie in behandeling is genomen.