Inval bij Jehovah’s Getuigen „uitzonderlijk”

De politie deed op 19 november diverse invallen bij de Jehovah’s Getuigen. Het hoofdkantoor in Emmen en twee kerkgebouwen van de gemeenschap werden doorzocht. Volgens kerkrechtdeskundigen is het een unicum in Nederland dat de politie een inval doet bij een religieuze gemeenschap.

7 December 2018 12:05Gewijzigd op 16 November 2020 14:48
beeld Shutterstock
beeld Shutterstock

De inval zou te maken hebben met een onderzoek naar seksueel misbruik bij de Jehovah’s Getuigen. Leden die zich hieraan schuldig maken, worden intern berecht in zogenaamde rechterlijke comités, meldde RTL Nieuws donderdag. De gesprekken van daders met ouderlingen worden opgenomen in een verslag en bewaard. Het openbaar ministerie (OM) heeft tegenover RTL Nieuws bevestigd dat de doorzoeking was bedoeld om stukken over die „interne rechtsgang” in beslag te nemen. Vanwege het onderzoek wil het OM niet zeggen of er daadwerkelijk stukken in beslag zijn genomen.

De inval van de politie bij de Jehovah’s Getuigen is uniek. Religieuze organisaties hebben een uitzonderingspositie in de wet, waardoor de politie niet zomaar een van hun gebouwen mag binnenvallen. De afgelopen jaren waren er wel diverse invallen in moskeeën, onder meer om witwaspraktijken aan het licht te brengen.

Uitzonderlijk

„Wat hier gebeurt, is uitzonderlijk”, aldus Fokko Oldenhuis, hoogleraar religie en recht aan de Rijksuniversiteit Groningen. „De uitzonderingspositie van kerken staat beschreven in artikel 2 van het Burgerlijk Wetboek. De kerken zijn direct achter de Staat en nog voor de verenigingen opgenomen. Dat geeft iets aan over de waarde die gehecht wordt aan de kerken.”

Volgens Oldenhuis hebben de Jehovah’s Getuigen de inval „over zichzelf afgeroepen.” „Als ze bij wijze van spreken drie raadsheren hadden aangesteld en openheid van zaken hadden gegeven, was deze inval er niet gekomen. Dat zie je gebeuren bij de Rooms-Katholieke Kerk. Die hebben direct een commissie aangesteld, de commissie-Deetman, om het misbruik in kaart te brengen.”

Een kerk is bij uitstek een instantie die niets te verbergen zou moeten hebben, vindt Oldenhuis. „De Jehovah’s Getuigen presenteren zich als toonbeeld van geborgenheid. Maar er is weinig transparantie en openheid in de organisatie. Alles wat niet transparant is, moet de overheid mijns inziens aanpakken.”

Oldenhuis maakt korte metten met de scheiding van kerk en staat. „Die bestaat niet, vind ik. Ieder heeft zijn eigen gebied, maar de rechter heeft uiteindelijk het laatste woord. Imam, priester en predikant worden allen door de rechter gecorrigeerd als zij misstappen begaan. En als de kerk in zijn geheel strafrechtelijk of privaatrechtelijk over de schreef gaat, mag ze worden aangepakt.”

Privacy

Een woordvoerder van de Jehovah’s Getuigen laat in een reactie op de inval weten dat het bezoek van de dertig agenten voor hen „onaangekondigd” kwam. „Aan het doorzoekingsbevel hebben we onze medewerking verleend.”

De organisatie wilde niet melden of er inderdaad materiaal in beslag genomen is tijdens de inval. „Uit respect voor de privacy van slachtoffers en eventuele betrokkenen achten wij het ongepast om publiekelijk op specifieke gevallen in te gaan”, aldus de woordvoerder.

De Jehovah’s Getuigen nemen afstand van de misbruikzaken in hun gemeenschap. „We verafschuwen kindermisbruik en beschouwen het als een misdrijf. Wij nemen geen enkele dader van kindermisbruik tegen de consequenties van zijn misdrijf in bescherming.”

Volgens het OM lopen er op dit moment negen misbruikzaken rond de geloofsgemeenschap. Over de inhoud wil justitie niets zeggen. Er loopt geen onderzoek naar de gehele Christelijke Gemeente van Jehovah’s Getuigen, zoals het kerkgenootschap voluit heet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer